M V = P T (monetair beleid)
M V = P T
V = omloopsnelheid, bijvoorbeeld
4 >> het geld gaat in een jaar 4 keer van hand tot hand, ofwel eens per (12mnd/ 4 =) 3 mnd
M = PT/V, kwantiteitstheorie
M = k PT (Cambridge variant)
- Wat betekent dat in de praktijk?
- Fisher veronderstelt: V staat op kt vast; T ook op kt. Hoe kun je dan de economie laten groeien, volgens deze theorie?
- Met welke recent behandelde theorie over de conjunctuur botst dit? Wie heeft gelijk?