Les Ilse

Wij generen ons vaak voor....vader.
1 / 21
volgende
Slide 1: Open vraag
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wij generen ons vaak voor....vader.

Slide 1 - Open vraag

Bezittelijk voornaamwoord
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets of iemand is.

Slide 2 - Tekstslide

welke bezittelijke voornaamwoorden
ken je al?

Slide 3 - Woordweb

Hoofd- en bijzinnen
Weten jullie het nog? 
- Bijzin zegt iets over de hoofdzin
- Persoonsvorm bijzin staat bijna achteraan in de zin
- Persoonsvorm hoofdzin staat vooraan in de zin

Slide 4 - Tekstslide

In de hoofdzin is de persoonsvorm het eerste of tweede woord.
waar
niet waar

Slide 5 - Poll

De hoofdzin zegt iets over de bijzin.
waar
niet waar

Slide 6 - Poll

Eerst oefenen met de bezittelijke voornaamwoorden

Slide 7 - Tekstslide


Hedrika hoorde bij mij. Ze was......vriendin.
A
je/jouw
B
hun
C
onze
D
mijn

Slide 8 - Quizvraag

Wat is hier het bez. vnm.?
Onze familie heeft vreemde gewoontes.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het bez. vnm.?
Hij vindt zijn hobby juist erg leuk.

Slide 10 - Open vraag

welk voornaamwoord is in de 1e persoon?
A
ons
B
zijn
C
je
D
jullie

Slide 11 - Quizvraag

welk voornaamwoord is niet de derde persoon?
A
zijn
B
haar
C
jullie
D
hun

Slide 12 - Quizvraag

De hoofdzin en bijzin

Slide 13 - Tekstslide

wat is de persoonsvorm?
We gaan naar de schooltuin waarin jullie groentes verbouwen.

Slide 14 - Open vraag

Wat is de hoofdzin?
Omdat ik de krant lees, weet ik veel.
A
Omdat ik de krant lees
B
omdat ik de krant lees EN weet ik veel
C
weet ik veel
D
er zijn 2 bijzinnen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de hoofdzin?
Als het niet zo zielig was, zou je er hard om kunnen lachen.
A
Als het niet zo zielig was,
B
zou je er hard om kunnen lachen.
C
Die is er niet

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de bijzin?
Omdat ik zeurde moet ik maar bed.
A
Omdat ik zeurde
B
moet ik naar bed.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de hoofdzin?
Merel schoffelt haar perk, zodat de grond los wordt.
A
zodat de grond los wordt
B
Merel schoffelt haar perk

Slide 18 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 19 - Tekstslide

Hoofdzin en bijzin
Zoek altijd eerst de persoonsvormen en onderwerpen in de zin

*Staan het onderwerp en persoonsvorm direct naast elkaar? 
->Dan is het een hoofdzin

*Staat er iets tussen het onderwerp en de persoonsvorm?
-> Dan is het een bijzin

Slide 20 - Tekstslide

Wat gaan we nu doen?
Uitdelers delen de werkbladen uit. 
We gaan verder oefenen met bez. vnm, de hoofdzinnen en bijzinnen. 

Slide 21 - Tekstslide