M4 spelling en formulering

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

M4 spelling en formulering

Wat is het verschil tussen "me" en "mijn"?

Persoonlijk versus bezittelijk:

Persoonlijk vnw.	Bezittelijk vnw.
me	mijn
jou	jouw
u	uw
zij	hun

Dat is ... tas.

Hij houdt van ... .

Is dat ... fiets?

Hij ziet ... niet staan.

me

mijn

jou

jouw

Wanneer gebruiken we een hoofdletter?

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. titanic
2. Titanic

Hoofdletter of een hoofdletter?

1. Kerstmis
2. kerstmis

Hoofdletters:
waar staan de hoofdletters goed?

1. Ik ken stef Van leeuwen
2. Ik ken Stef van Leeuwen
3. ik ken stef van Leeuwen
4. ik ken Stef Van leeuwen

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. intertoys
2. Intertoys

A: Hoofdletters 

1.   Eerste deel van een zin

2.  Namen

3.  Aardrijkskundige namen

4.  Namen van feestdagen

5.   Historische gebeurtenissen

6.   Titels

7.   Afkortingen 

Interpunctie

• Voor alle voegwoorden (maar, want, omdat etc...) moet een komma. Ik heb gesolliciteerd, omdat ik graag muziek maak.
• Tussen twee persoonsvormen zet je een komma. Toen hij dat verteld had, begon iedereen te juichen.
• Iets wat iemand heeft gezegd, zet je tussen aanhalingstekens. Mijn moeder zegt altijd: "Je kunt beter gitaarspelen dan ik."

Wat is een goed citaat?

1. Bas zei 'Ik ga een nieuwe telefoon kopen.'
2. 'Kom je morgen langs?' vroeg hij.
3. Mijn vriendin zei: Wij gaan nu naar school.
4. 'Ik heb een tien voor mijn toets gehaald'! riep hij.

Waar moet de komma?

1. Als jij een film uitzoekt maak, ik het eten klaar.
2. Als jij een film uitzoekt maak ik het eten klaar.
3. Als jij een film uitzoekt, maak ik het eten klaar.
4. Als jij een film, uitzoekt maak ik het eten klaar.

Verbeter de interpunctie in de zin:

Jan heeft niet goed geleerd dus haalt hij geen 8 9 of 10

Plaats de komma op de juiste plek

Ik ga niet naar school want ik ben ziek.

,

Plaats de komma op de juiste plek

Ze vertelde het aan iedereen hoewel het een geheim was,

,

Regels werkwoordspelling

Tegenwoordige tijd:     stam (+ T )

Verleden tijd:                   t xkfschp

Voltooid deelwoord:    t xkfschp / langer maken

Ik ... jou aardig.

Wat is er ...?

Er ... hier van alles!

Piet ... mij vervelend.

gebeurd

gebeurt

vindt

vind

werkwoordspelling

1. Hij bediend de gasten
2. Hij bedient de gasten

werkwoordspelling

1. Hij niestte toen hij peper in zijn neus kreeg.
2. Hij nieste toen hij peper in zijn neus kreeg.
3. Hij niesde toen hij peper in zijn neus kreeg.
4. Hij niesden toen hij peper in zijn neus kreeg.

werkwoordspelling

1. Het hout is opgebrandt.
2. Het hout is opgebrand.

Menig persoon [                      ] zich de strijd met de vreselijke d’s en t’s. Je moet er goed op letten dat de laatste letter, afhankelijk van de vorm en tijd van het werkwoord, soms [                      ]. Het is dan ook niet voor niets dat de werkwoordspelling jaarlijks wordt 

[                       ]. Een foutje is ook na jarenlange training, nauwgezette oefening en gerichte uitleg zo [                       ]. Hoewel er enkele lastige regels toegepast dienen te worden, moet je er wel op blijven letten dat iedere letter de juiste uitgang krijgt die het heeft

 [                       ].

Zorg ervoor dat je alle regels nog een keer zorgvuldig [                       ]. De werkwoordspelling is echt nooit [                       ], maar bij het schrijven heb je het stappenplan gewoon niet voldoende 

[                       ]. Het [                       ]vast nog wel eens dat je een slordigheidsfoutje maakt, maar je tekst krijgt de zorg die het 

[                       ].

herinnert

herinnerd

verandert

veranderd

herhaalt

herhaald

gebeurt

gebeurd

verdient

verdiend

Welke samenstelling is goed?

1. berensterk
2. vmboschool
3. auto-ongeluk
4. zonnenschijn

Welke samenstelling is ONJUIST gespeld?

1. bananenschil
2. beresterk
3. verkeersituatie
4. zonnepanelen