2.3 combi 4bk

2.3 Exponentiele verbanden
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.3 Exponentiele verbanden

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Basis: Wat leer je deze les
  • hoe je een formule bij een grafiek maakt
  • hoe je een formule bij een tabel maakt

Slide 3 - Tekstslide

Kader: Wat leer je deze les
  • Wat een groeifactor is.
  • Wat exponentiële verbanden zijn.
  • Een tabel te maken bij een formule van een exponentiële verbanden
  • Een grafiek te maken bij een formule van een exponentiële verbanden
  • Hoe je een toename berekent van aantallen met een exponentiële verband.

Slide 4 - Tekstslide

Kader
  • maken opgave 22 en 23

Slide 5 - Tekstslide

Basis
Hoe ziet een formule eruit:


naam verticale as = begingetal + stijggetal x naam horizontale as

Slide 6 - Tekstslide

Basis
Hoe ziet een formule eruit:


naam verticale as = begingetal + stijggetal x naam horizontale as

Slide 7 - Tekstslide

Basis
Maken opgave 29, 30 en 31

Slide 8 - Tekstslide

Kader

Een exponentieel verband heeft een macht met een vast grondtal en de exponent is een variabele.



Slide 9 - Tekstslide

Een exponentieel verband heeft een macht met een vast grondtal en de exponent is een variabele.



aantal=3t

Slide 10 - Tekstslide

De formule bij een exponentieel verband is opgebouwd uit een begingetal, een groeifactor en een macht (dit is een variabele).


x

aantal=begingetal
groeifactort

Slide 11 - Tekstslide

Het begingetal vind je onder de 0 in de tabel.

de groeifactor vind je door twee opeen volgende getallen van de onderste rij door elkaar te delen.


x

aantal=begingetal
groeifactort

Slide 12 - Tekstslide

x
aantal=begingetal
groeifactort

Slide 13 - Tekstslide

                                                                   x


 Begingetal = 5

(staat onder de 0)

aantal=begingetal
groeifactort

Slide 14 - Tekstslide

                                                                   x


 Groeifactor:

  15 :    5 = 3

  45 : 15 = 3

135 : 15 = 3

Dus is de groeifactor 3

aantal=begingetal
groeifactort

Slide 15 - Tekstslide

                                                                   x


Begingetal = 5

Groeifactor = 3


Formule: aantal = 5 x 3t

aantal=begingetal
groeifactort

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het begingetal van de volgende formule:

x
3,4t
aantal=6
A
aantal
B
3,4
C
6
D
t

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de groeifactor van de volgende formule:

x
Hoogte=348
2,3t
A
2,3
B
t
C
hoogte
D
348

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de groeifactor van de tabel hiernaast
A
5
B
3
C
1
D
10

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het begingetal van de tabel hiernaast
A
5
B
3
C
1
D
10

Slide 20 - Quizvraag

Is dit een exponentiele tabel?
A
ja, begingetal 5, groeifactor 10
B
Nee, de groeifactor is niet steeds zelfde
C
Ja, begingetal 5, groeifactor 3
D
Nee, tabel begint niet bij 0

Slide 21 - Quizvraag


A
Bovenste
B
Onderste

Slide 22 - Quizvraag


A
15
B
5
C
12
D
3

Slide 23 - Quizvraag


A
0
B
5
C
3
D
10

Slide 24 - Quizvraag


Slide 25 - Open vraag

 Kader: Check, weet je nu.....
  • Wat een groeifactor is.
  • Wat exponentiële verbanden zijn.
  • Een tabel te maken bij een formule van een exponentiële verbanden
  • Een grafiek te maken bij een formule van een exponentiële verbanden
  • Hoe je een toename berekent van aantallen met een exponentiële verband.

Slide 26 - Tekstslide

Kader Huiswerk
maken opdrachten 25 t/m 30

Slide 27 - Tekstslide

Basis
formule bij een tabel maken

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het begingetal?
A
0
B
5
C
1,5
D
0,5

Slide 29 - Quizvraag

Wat is het stijggetal?
A
0
B
5
C
1,5
D
0,5

Slide 30 - Quizvraag

Hoe ziet de formule er nu uit?

Slide 31 - Open vraag

Basis: Check, wat weet je nu.
  • hoe je een formule bij een grafiek maakt
  • hoe je een formule bij een tabel maakt

Slide 32 - Tekstslide

Basis Huiswerk
maken opdrachten 30 t/m 35

Slide 33 - Tekstslide