1E vrijdag 10 juni 5.8 deel I

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Slide 1 - Tekstslide

Zo gaan we het doen:
1. Bij binnenkomst meteen je spullen op tafel.
2. Je bent stil en wacht tot de les begint. 
3. Tijdens de les praat je pas als ik je een beurt geef.
4. Je doet mee en let op, zo kan iedereen leren in de les!

Open alvast je laptop en log in, dan duurt dit straks minder lang. 

Slide 2 - Tekstslide

Dit gaan we doen:
Huiswerk bespreken.                                      10 minuten
Uitleg H5.8                                                           10 minuten
Werken op de computer                                20 minuten
Lesafsluiting                                                       5 minuten

Lesdoelen: na deze les kan je vertellen hoe je een voltooid deelwoord spelt;
hoe je bijvoeglijke naamwoorden spelt; hoe je trappen van vergelijking maakt.

Slide 3 - Tekstslide

Toetsplanning:
H4.5 + H5.5 --> 50 woorden
H4.7 + H5.7 -->  grammatica
H4.8 + H5.8 --> spelling
Toets: donderdag 16 juni

Boekverslag: inleveren 22 juni. Boek uitgelezen hebben: 15 juni. 
Ik zal volgende week de opdracht uitdelen en uitleggen. 


Slide 4 - Tekstslide

Je boek....

Thuis nog gelezen?
Schiet het lezen een beetje op? Je hebt door de verschuiving van de inleverdatum van het boekverslag iets meer tijd. Zorg dat je uiterlijk vrijdag 15 juni je boek uithebt. 

Lees stil en rustig, zodat ook je medeleerlingen kunnen lezen. 

Slide 5 - Tekstslide

Pak je schrift. Schrijf de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden uit de volgende zinnen op:
Ik heb vanmorgen met mijn 3-jarige broertje ontbeten. Hij nam cornflakes, maar besloot ze door de keuken te gooien. Onze moeder werd woest, maar mijn vader moest hard lachen. Hun mening over opvoeden verschilt nog wel eens. 
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

Pak je schrift. Schrijf de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden uit de volgende zinnen op:
Ik heb vanmorgen met mijn 3-jarige broertje ontbeten. Hij nam cornflakes, maar besloot ze door de keuken te gooien. Onze moeder werd woest, ze begon te schreeuwen, maar mijn vader moest hard lachen. Hun mening over opvoeden verschilt nog weleens. 
timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk....

Slide 8 - Tekstslide

H 5.8

In deze paragraaf leer je:

1. hoe je een voltooid deelwoord spelt;
2. hoe je bijvoeglijke naamwoorden spelt;
3. hoe je trappen van vergelijking maakt;
4. tien dicteewoorden.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een voltooid deelwoord??

Slide 10 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
   (dat betekent 'voltooid').
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van hebben, worden of zijn.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- of ver-.
- Het voltooid deelwoord staat vaak achterin de zin. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Onthouden:
Voltooide deelwoorden van zwakke werkwoorden eindigen op -d of -­t. 
Om te bepalen of het -d of -t wordt, kun je twee manieren gebruiken:

1 het woord langer maken; Pakken - Ik pakte - ik heb gepakt.

2 ’T KoFSCHiP X gebruiken. Is de laatste letter van de stam van het werkwoord een -t, -k, -f, -s, -ch, -p, -x dan schrijf je -t. In alle andere gevallen schrijf je –d

Slide 13 - Tekstslide

Onthouden
Voltooide deelwoorden van sterke werkwoorden eindigen meestal op -(e)n:

slapen – heeft geslapen
staan – heeft gestaan

Slide 14 - Tekstslide

Filmpje....

Slide 15 - Tekstslide

Spelling van bijv. nmw
Meestal -e achter het bijvoeglijk naamwoord: Coole sneakers, vette fiets...
Soms niet: wanneer het lidwoord 'een' is: een cool cadeau, een vet idee...

Stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden schrijf je met ­-en­:
de wollen sjaal; het rieten dak; de gouden ring. 
Er zijn uitzonderingen: een aluminium fiets; een plastic pop.

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord: de gezochte man; de uitgereikte medaille; het bezette pand; de gewonnen wedstrijd. Let op: bezette en gewonnen worden met een dubbele letter geschreven vanwege de uitspraak.

Slide 16 - Tekstslide

Trappen van vergelijking:
De stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.

1. De stellende trap geeft aan dat zaken gelijk of gelijkwaardig zijn:
Hij is net zo vrolijk als ik. 

• De vergrotende trap geeft aan dat zaken niet gelijk of gelijkwaardig zijn:
Hij is vrolijker dan ik. (DUS NIET 'ALS')

• Bij de overtreffende trap geef je aan dat de ene zaak alle andere overtreft:
Hij is de vrolijkste van de klas.

Slide 17 - Tekstslide

Onthouden:

Slide 18 - Tekstslide

H 5.8

In deze paragraaf leer je:

1. hoe je een voltooid deelwoord spelt;
2. hoe je bijvoeglijke naamwoorden spelt;
3. hoe je trappen van vergelijking maakt;
4. tien dicteewoorden.

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maak opdracht 1 t/m 10 van H5.8 online in de les. 
  • Als dit af is, kunnen we iets kijken. 
  • Als bij de opdrachten: lees de lesstof gaat, ga dan naar de lesstof!
  • Klaar? Ga dan lezen. 
  • Werk geconcentreerd. Je mag samenwerken, maar praat zachtjes en alleen over de lesstof of de opdrachten. 

timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Volgende les:
Op de computer maak je opdracht 5.8 1 t/m 20. 
Wie nog niet klaar is met 5.7, maakt dit af. 
Wie klaar is, maakt 5.5 of 4.5 af (woorden oefenen)

Zodra IEDEREEN klaar is, kunnen we iets kijken. 
Werk door en gefocussed. Zorg dat anderen ook goed kunnen werken!

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk dinsdag:
Maak in je schrift samenvattingen van de leerteksten van H5.7 en H5.8. De leerteksten staan in je werkboek op pagina 151, 152, 154, 155, 157, 162, 163, 167, 169, 171. 

Slide 22 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 23 - Tekstslide