In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Het mooie eendje zwemt in de gracht.
De eend is mooi (een BN kan dus ook achter het ZN staan)
Een bijvoeglijk naamwoord kun je ook weglaten:
Het eendje zwemt in de gracht.
Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het materiaal waarvan iets gemaakt is en eindigt vaak op -en
De gouden ring
Maar: de plastic tas (zonder -en)