- verzekerde som (waarde waarvoor goederen zijn verzekerd)
Slide 21 - Tekstslide
5.2 schadeverzekering
schade uitkering
Slide 22 - Tekstslide
zelf aan de slag
Opgave 5.2
Slide 23 - Tekstslide
5.3 Sommenverzekering
Bij een levensverzekering verplicht een verzekeraar zich een bedrag uit te keren dat verband houdt met overlijden van een persoon
Slide 24 - Tekstslide
4 partijen
De verzekeraar (de verzekeringsmaatschappij)
De vervekeringsnemer (diegene die de verzekering afsluit en de premie betaalt)
De verzekerde (de persoon om wiens leven of dood het gaat)
De begunstigde (de ontvanger van de verzekeringsuitkering)
Slide 25 - Tekstslide
Levensverzekering
Lijfrenteverzekering
Pensioenverzekering
Compagnonsverzekering
Slide 26 - Tekstslide
Levensverzekering
Verzekering waarbij de uitkering afhankelijk is van het in leven zijn van een bepaalde persoon op een bepaald moment.
Slide 27 - Tekstslide
Levensverzekering
Als een lening nodig is voor een woning eist de bank vaak dat een levensverzekering wordt afgesloten.
Slide 28 - Tekstslide
Koopsom
De kosten van de afgesloten verzekering worden niet betaald via periodieke premies maar door middel van een bedrag ineens.
Slide 29 - Tekstslide
Lijfrenteverzekering
De uitkering van de levensverzekering vindt niet plaats in één bedrag, maar in periodieke bedragen tot aan het moment van overlijden van de begunstigde of tot een bepaalde datum.
Slide 30 - Tekstslide
Pensioenverzekering
Verzekering die vaak als aanvulling op de AOW wordt afgesloten en die leidt tot een periodieke uitkering vanaf het moment dat begunstigde een bepaalde leeftijd bereikt.
Slide 31 - Tekstslide
Compagnongsverzekering
Verzekering die wordt afgesloten door de vennoten in een vennootschap onder firma of maten in een maatschap. De verzekering wordt gesloten om in geval van overlijden van een compagnon met het door de verzekeraar uitgekeerde bedrag de erfgenamen van de overleden vennoot of maat te kunnen uitkopen.