examen 2023 II

examen 2023 II
tekst 1 en 2
de meest relevante vragen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

examen 2023 II
tekst 1 en 2
de meest relevante vragen

Slide 1 - Tekstslide

hoe lees je een lange tekst?
Tekst 1 kun je door middel van onderstaande kopjes in vier
achtereenvolgende delen onderverdelen:
 deel 1: Ontwikkeling
 deel 2: Motieven
 deel 3: Gevolgen
 deel 4: Aanbevelingen
1p 1 Bij welke alinea begint deel 2, ‘Motieven’?
1p 2 Bij welke alinea begint deel 3, ‘Gevolgen’?

Slide 2 - Tekstslide

antwoorden van vraag 1 en 2

Slide 3 - Open vraag

vraag 3 secuur lezen
In alinea 1 tot en met 3 wordt de geschiedenis van het internet
onderverdeeld in drie periodes:
 periode 1: “eind jaren negentig” (alinea 1)
 periode 2: “Halverwege het volgende decennium” (alinea 2)
 periode 3: “tussen 2010 en nu” (alinea 3)
3p Vat per periode samen wat de nieuwe ontwikkelingen voor
internetgebruikers inhielden. Neem de nummers van de periodes over en
zet je antwoord daarachter.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je
antwoord in totaal niet meer dan 50 woorden. 

Slide 4 - Tekstslide

vraag 4
“We hebben nieuwe gewoonten ontwikkeld die onze relatie tot ons werk, tot het onderwijs, de zorg, commercie en cultuur diepgravend hebben veranderd.” (regels 70-74)
1p 4 Wat is de belangrijkste overeenkomst tussen deze nieuwe gewoonten,
gelet op alinea 5 en 6? 

Slide 5 - Tekstslide

antwoord vraag 4

Slide 6 - Open vraag

vraag 5 (nieuw)
In tekst 1 is een duidelijk verschil in stijl waarneembaar tussen alinea 1 tot en met 5 enerzijds en alinea 7 tot en met 15 anderzijds.
2p  Typeer de stijl van elk van deze twee tekstdelen. Gebruik voor elk tekstdeel een van de volgende typeringen: alarmerend, beeldend, juichend, neerbuigend, neutraal, spottend, welwillend. 

Slide 7 - Tekstslide

alinea 1 tot en met 5 is:
alinea 7 tot en 15 is:

Slide 8 - Open vraag

al 7 en 8 onjuiste redenatie
1p. Welk commentaar zal deze kritische lezer geven? In alinea 7 en 8
A worden milieuproblemen als gevolg van het metaverse ten onrechte buiten beschouwing gelaten.
B worden potentiële nadelen van het metaverse eenzijdig en
ongenuanceerd aangekaart.
C wordt de komst van het metaverse simplistisch verklaard vanuit
misleiding en corruptie bij techreuzen.
D wordt de negatieve impact van het metaverse nauwelijks
beargumenteerd.

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 7( alleen antwoord bespreken)
In tekst 1 worden de bedoelingen en handelingen van techreuzen bij het opzetten van het metaverse verdacht gemaakt.
2p Vat voor zowel alinea 7 als alinea 8 samen waaraan techreuzen zich schuldig zouden maken.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je totale antwoord niet meer dan 40 woorden. 

Slide 10 - Tekstslide

maximumscore 2
De kern van een goed antwoord is:
Techreuzen buiten hun werknemers uit / hebben geen oog voor arbeidsrechten (van medewerkers) (alinea 7) 1
Techreuzen verzwijgen de technische problemen / gevolgen van het metaverse (alinea 8) 1
 Maximumlengte van het antwoord: 40 woorden.
 Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 11 - Tekstslide

vraag 8 LET OP de vraag!
Citeer de woordgroep uit alinea 10 tot en met 13 die de bedoelingen van techreuzen bij het opzetten van het metaverse het scherpst typeert. 

antwoord: maximumscore 1
“(uitsluitend om de) eigen belangen te dienen” (regels 166-167)
 Beoordeel de spelling.

Slide 12 - Tekstslide

vraag 9 (nieuwe vraag)
In alinea 10 wordt de “subjectieve werkelijkheid” beschreven waarin we met het metaverse zullen belanden.
2p Noem uit alinea 10 de drie negatieve aspecten van deze subjectieve werkelijkheid. 

Gewoon opschrijven wat erin de alinea staat. Niet moeilijk denken hier!

Slide 13 - Tekstslide

antwoord  vraag 9
Hoe zal zo’n subjectieve werkelijkheid, die voortdurend gestuurd wordt door systemen, eruitzien? We zullen niet meer geconfronteerd worden met welke beperking dan ook
145 (behalve wellicht die van onze financiële middelen), we zullen telkens moeten reageren op nieuwe gebeurtenissen (zoals in videogames) en geen tijd meer hebben om na te
150 denken/ en een goed oordeel te vellen

Slide 14 - Tekstslide

vraag 10 
“een vorm van samenleven die het resultaat is van louter berekeningen en die dus van elke levenskracht ontdaan is” (regels 158-162)
Wat typeert een samenleving die wél levenskracht heeft, gelet op alinea 11?
In zo’n samenleving zijn mensen er vooral toe in staat
A de kansen te benutten die zich in hun bestaan voordoen.
B de wereld met energie en vertrouwen tegemoet te treden.
C met iedere toevallige ander een relatie aan te gaan.
D te leven zonder volledige afhankelijkheid van filterbubbels.

Slide 15 - Tekstslide

vraag 11
Met welke twee argumentatieschema’s worden de redeneringen in tekst 1 vooral onderbouwd?
A autoriteit en kenmerk (geen bronnen)
B autoriteit en vergelijking (geen bronnen)
C oorzaak-gevolg en vergelijking (geen vergelijkingen)
D oorzaak-gevolg en voor- en nadelen
E voorbeelden en kenmerk
F voorbeelden en voor- en nadelen

Slide 16 - Tekstslide

vraag 12
De titel van tekst 1 is ‘Leven in een filterbubbel. Wil je dat?’
2p Leg uit wat met ‘Leven in een filterbubbel’ wordt bedoeld en geef aan welk gevaar hieraan verbonden is, gelet op de strekking van tekst 1.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 40 woorden. 

Slide 17 - Tekstslide

vraag 12

Slide 18 - Open vraag

lees tekst 2
deze tekst ga je ook vergelijken met tekst 1

Slide 19 - Tekstslide

vraag 13
In tekst 2 wordt zowel het huidige internet als het metaverse besproken.
2p  Leg uit wat het wezenlijke verschil is tussen het huidige internet en het metaverse, gelet op alinea 1 tot en met 3.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 30 woorden. 

Slide 20 - Tekstslide

vraag 13

Slide 21 - Open vraag

vraag 14
Filosoof en wetenschapper McLuhan wordt volgens alinea 2 beschouwd
als degene die de komst van het wereldwijde web voorspelde.
1p 14 Welk bezwaar zou een kritische lezer kunnen maken tegen deze typering van McLuhan, gelet op de rest van alinea 2?
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen.


beetje flauwe vraag, maar hij sprak slechts over elektronische media (radio en tv en dus niet over internet) alinea 2

Slide 22 - Tekstslide

vraag 15
Vat samen waarom McLuhan volgens alinea 7 wél als de voorspeller van het internet kan worden beschouwd.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 40 woorden.

Slide 23 - Tekstslide

vraag 15

Slide 24 - Open vraag

vraag 16
“We zullen een projectie in elkaars leven zijn geworden.” (regels 98-99)
1p Wat is de consequentie van bovenstaande ontwikkeling, volgens alinea 6? In het metaverse zullen we
A beduidend minder reëel contact met anderen hebben. 
B in toenemende mate in een digitale gemeenschap leven.
C nog sterker dan tegenwoordig op elkaars uiterlijk letten.
D ons steeds vaker fundamenteel alleen gaan voelen. 

Slide 25 - Tekstslide

vraag 17
In het metaverse zijn onze zintuigen “buiten onszelf komen te liggen”.
(regels 130-131)
1p  Citeer de zin uit alinea 6 of 7 die kan worden gebruikt als een nuancering op bovenstaande uitspraak over het metaverse. 

Slide 26 - Tekstslide

Vraag 17

Slide 27 - Open vraag

vraag 18 (nieuwe vraag)
“Door een foto van een verdronken vluchteling of een filmpje van een geit die speelt met een kip.” (regels 134-137)
1p Welke kritiek op het metaverse valt vooral uit deze zin af te leiden, gelet op alinea 8?
A geconfronteerd met dimensies van het bestaan waarmee we helemaal
niets te maken hebben.
B geraakt door zeer ongelijkwaardige gebeurtenissen, waarbij we zelf
niet kunnen filteren.
C gereduceerd tot toeschouwers van een wereld waarbij we zelf niet
langer emotioneel betrokken zijn.
D overspoeld door uiteenlopende gebeurtenissen, waardoor we
emotioneel geheel uit balans raken. 

Slide 28 - Tekstslide

vraag 18

Slide 29 - Open vraag

vraag 19
In alinea 9 staat een tegenstelling centraal tussen het lichaam en het metaverse.
1p Welke tegenstelling doet het meest recht aan alinea 9?
A bewust van tijd en plaats leven in het lichaam – zonder exact
plaats- en tijdsbesef leven in het metaverse
B gekaderd, echt leven in het lichaam – niet-gekaderde, onechte
werkelijkheidsbeleving in het metaverse
C gevangen, geïsoleerd leven in het lichaam – ongeremd en bevrijdend
leven in het metaverse
D uitgebalanceerd en verantwoord leven in het lichaam – bandeloos en
vrij leven in het metaverse

Slide 30 - Tekstslide

vraag 19

Slide 31 - Open vraag

vraag 20 gelet op al. 6 tot en met 9
Noem twee potentiële nadelen die aan het metaverse zijn verbonden, 
1. In de fysieke werkelijkheid is iedereen alleen. / hebben we geen echt
contact meer. / We worden een projectie in elkaars leven. (alinea 6)
2. We belanden in een maalstroom (waarop we voortdurend allemaal
aangesloten zijn / waarin we onmiddellijk worden geraakt door
impulsen). (alinea 8)
3. Ons eigen lichaam wordt het enige wat nog te vertrouwen is. / We
raken opgesloten in ons eigen lichaam. / We weten niet meer wat echt
is (en wat niet). (alinea 9) 

Slide 32 - Tekstslide

vraag 21
“Wat begon met een uitbreiding van het lichaam eindigt bij de opsluiting erin.” (regels 141-143)
2p  Leg deze oorzaak-gevolgketen uit, gelet op alinea 9.

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 40 woorden.

Slide 33 - Tekstslide

vraag 21

Slide 34 - Open vraag

vraag 22
Welke zin geeft de hoofdgedachte van tekst 2 het best weer?
De komst van het metaverse creëert ongekende mogelijkheden, maar
A doordat alles in het metaverse in een hologram verandert, verworden
we tot armzalige projecties in elkaars leven.
B doordat het metaverse de grens tussen werkelijkheid en virtualiteit
vervaagt, wordt ons lichaam de enig zekere dimensie in ons bestaan.
C doordat het metaverse de reikwijdte van onze ogen en oren versterkt,
komen onze zintuigen geheel buiten onszelf te liggen.
D doordat we door het metaverse onze huizen niet meer hoeven te
verlaten, zullen virtuele contacten de overhand krijgen.

Slide 35 - Tekstslide

vraag 23
Zowel in alinea 11 van tekst 1 als in alinea 5 tot en met 8 van tekst 2 worden toekomstige gevolgen van het metaverse voor menselijke verhoudingen beschreven.
3p Noem per tekst twee gevolgen van het metaverse voor menselijke verhoudingen, gelet op genoemde tekstdelen. 

Slide 36 - Tekstslide

vraag 23

Slide 37 - Open vraag

vraag 24(2pt)
In alinea 10 tot en met 15 van tekst 1 en in alinea 7 tot en met 9 van tekst 2 wordt verschillend gedacht over de manier waarop het metaverse onze waarneming van de wereld om ons heen zal beïnvloeden. Leg dit verschil uit. (Geef dus duidelijk aan of je over tekst 1 of over tekst 2 schrijft)
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 40 woorden. 

Slide 38 - Tekstslide

vraag 24

Slide 39 - Open vraag