§4 koppelteken

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige les
* huiswerk
* theorie §4 koppelteken en weglatingsstreepje


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* Engelse leenwoorden op de juiste manier schrijven.
* Franse leenwoorden op de juiste manier schrijven.
* koppeltekens en weglatingsstreepjes op de juiste manier gebruiken.


timer
10:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige les
* huiswerk
* theorie §4 koppelteken en weglatingsstreepje


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* Engelse leenwoorden op de juiste manier schrijven.
* Franse leenwoorden op de juiste manier schrijven.
* koppeltekens en weglatingsstreepjes op de juiste manier gebruiken.


timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vraag
Steek het aantal vingers omhoog dat correspondeert met het juiste antwoord.

Hoe spel je Engelse leenwoorden als ze bestaan uit een samenstelling van Engelse woorden?

1. aan elkaar
2. als losse woorden
3. met een koppelteken ertussen

Slide 2 - Tekstslide

Vraag
Steek het aantal vingers omhoog dat correspondeert met het juiste antwoord.

Hoe spel je Engelse leenwoorden als ze bestaan uit een samenstelling van Engelse woorden en het rechterdeel van de samenstelling is een Engels voorzetsel?

1. aan elkaar
2. als losse woorden
3. met een koppelteken ertussen

Slide 3 - Tekstslide

Vraag
Steek het aantal vingers omhoog dat correspondeert met het juiste antwoord.

Waarom schrijf je bij sommige Franse leenwoorden wel een accentteken?

1. Dat accentteken schrijf je, omdat de Fransen dat willen.
2. Dat accentteken schrijf je, omdat dat nodig is voor de uitspraak.
3. Dat accentteken schrijf je, omdat wij Nederlanders wel houden van een teken.
4. Dat accentteken schrijf je, omdat wij anders niet weten dat het woord oorspronkelijk Frans is.

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 16-09:
C7 §3 m. opdr. 8 + 9 (online)


Slide 5 - Tekstslide

Vraag §4 koppelteken en weglatingsstreepje
Steek het aantal vingers omhoog dat correspondeert met het juiste antwoord.

Wat is er fout bij de tekst in dit plaatje?

1. Worsten zijn nooit €5,- voor 4 stuks.
2. Er staat geen koppelteken tussen 'boeren' en 
'met' en 'met' en 'worsten' zijn niet aan elkaar 
geschreven, hierdoor staat er dat
Hollandse boeren met worsten €5,- kosten.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Vraag
Steek het aantal vingers omhoog dat correspondeert met het juiste antwoord.

Waarom gebruik je een koppelteken?

1. Je gebruikt een koppelteken, omdat je sommige woorden anders niet herkend als een leenwoord.
2. Je gebruikt een koppelteken, omdat sommige woorden nou eenmaal zo geschreven worden.
3. Je gebruikt een koppelteken, omdat je anders sommige samengestelde woorden verkeerd kunt lezen en uitspreken.

Slide 8 - Tekstslide

Samengestelde woorden
Samenstellingen schrijf je in principe aan elkaar.
voetbal + competitie = voetbalcompetitie
tentamen + stress =  tentamenstress

en soms gebruik je een tussenletter
station+straat = stationsstraat
bij + honing = bijenhoning
rood+kool = rodekool

Slide 9 - Tekstslide

Koppelteken
Je gebruikt een koppelteken als er klinkers botsen, die ook samen een klank kunnen vormen.

bijvoorbeeld:
naapen / na-apen
auto + ongeluk = auto-ongeluk
mini + jurk = mini-jurk

Slide 10 - Tekstslide

Koppelteken
Je gebruikt een koppelteken bij aardrijkskundige namen

bijvoorbeeld:
Zuid + Holland = Zuid-Holland

Slide 11 - Tekstslide

Koppelteken
Je gebruikt een koppelteken als er in het samengestelde woord een afkorting voorkomt.

bijvoorbeeld:
usb-stick

Slide 12 - Tekstslide

Koppelteken
Bij cijfers, letters en andere tekens
50-plusser, T-shirt, $-teken, 112-melding

Bij dubbele achternamen en aardrijkskundige namen
Mevrouw Van der Wal-de Vries, Zuid-Nederland

Bij een functie, rang of titel
minister-president Rutte, assistent-trainer

Bij een combinatie met pro-, niet-, ex-, non-, oud-, oer- (voorbepaling)
Non-alcohol, ex-vriendin, niet-roken

Bij afkortingen, klinkerbotsingen en tussen gelijkwaardige delen in een samenstelling
cd-speler, EU-landen, gala-avond, diploma-uitreiking, woon-werkverkeer

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Weglatingstreepje
Je gebruikt het weglatingsstreepje als je een deel van een woord weglaat:
- in- en uitvoer (invoer en uitvoer),
- jongensjassen en -petten (jongensjassen en jongenspetten).

Let op: gebruik geen weglatingsstreepje als je een heel woord weglaat: dure en goedkope oorbellen.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht havo

Je maakt opdracht 1 t/m 3 en opdracht 6.

Als je klaar bent, kom je het antwoordboekje ophalen.
Opdracht atheneum

Je maakt de opdrachten die vooraan liggen en kijkt deze kritisch na.

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Vrijdag 20-09:
C7 §9 m. opdr. 1 t/m 4 (online)

Maandag 23-09:
§10 Engelse werkwoorden
lezen theorie + maken opdr. 1 en 2

Slide 17 - Tekstslide