§3 leenwoorden

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* huiswerk 
* theorie §3 leenwoorden
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* Engelse leenwoorden op de juiste manier schrijven.
* Franse leenwoorden op de juiste manier schrijven.

timer
10:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* huiswerk 
* theorie §3 leenwoorden
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* Engelse leenwoorden op de juiste manier schrijven.
* Franse leenwoorden op de juiste manier schrijven.

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
Controle: Cursus Spelling §1 opdr. 1, 2, 6 en 7

Lezen theorie §3 leenwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Vraag
Steek het aantal vingers omhoog dat correspondeert met het juiste antwoord.

Hoe spel je Engelse leenwoorden als ze bestaan uit een samenstelling van Engelse woorden?

1. aan elkaar
2. als losse woorden
3. met een koppelteken ertussen

Slide 3 - Tekstslide

Vraag
Steek het aantal vingers omhoog dat correspondeert met het juiste antwoord.

Hoe spel je Engelse leenwoorden als ze bestaan uit een samenstelling van Engelse woorden en het rechterdeel van de samenstelling is een Engels voorzetsel?

1. aan elkaar
2. als losse woorden
3. met een koppelteken ertussen

Slide 4 - Tekstslide

Vraag
Steek het aantal vingers omhoog dat correspondeert met het juiste antwoord.

Waarom schrijf je bij sommige Franse leenwoorden wel een accentteken?

1. Dat accentteken schrijf je, omdat de Fransen dat willen.
2. Dat accentteken schrijf je, omdat dat nodig is voor de uitspraak.
3. Dat accentteken schrijf je, omdat wij Nederlanders wel houden van een teken.
4. Dat accentteken schrijf je, omdat wij anders niet weten dat het woord oorspronkelijk Frans is.

Slide 5 - Tekstslide

Leenwoord
Een leenwoord is een woord uit een andere taal dat wij in het Nederlands gebruiken. 

De meeste leenwoorden, die wij in Nederland gebruiken, komen uit het Latijn, Frans, Engels en Duits. 

Slide 6 - Tekstslide

Spelling Engelse leenwoorden
  • Als één woord: bij een gebruikelijke samenstelling met 1 klemtoon, parttime.
  • Een koppelteken: als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, time-out, sit-up.
  • De delen los bij sommige woordgroepen met twee klemtonen, full speed, total loss, second opinion, low budget

Slide 7 - Tekstslide

Spelling Franse leenwoorden
Veel Franse woorden schrijf je in het Nederlands zonder accenttekens: compote, hotel, ragout.

De accenten op de e blijven behouden als dat nodig is om de uitspraak aan te geven:
  • Soms schrijf je een accent aigu, zoals bij paté.
  • Soms schrijf je een accent grave, zoals bij crème.
  • Soms schrijf je accent circonflexe, zoals bij crêpe.



Slide 8 - Tekstslide


Havo

1. Je maakt opdracht 2 t/m 5 uit je boek.

2. Ben je klaar? Dan laat je je schrift aan mij zien en krijg je het antwoordenboek. Je kijkt dan je eigen werk kritisch na.



Atheneumroute

1. Je maakt de vwo-lesopdrachten die vooraan liggen.

2. Ben je klaar? Dan laat je je schrift aan mij zien en krijg je de antwoorden van mij. Je kijkt dan je eigen werk kritisch na.
Keuze


Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 16-09:
C7 §3 m. opdr. 8 + 9 (online)

Vrijdag 20-09:
C7 §9 m. opdr. 1 t/m 4 (online)

Slide 10 - Tekstslide