BO-PLP1 Kennislab 6 interpreteren literatuur en refereren volgens Vancouver

BO_PLP1
Kennislab 6:
Interpreteren van literatuur en
refereren volgens Vancouver
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
SeksualiteitHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BO_PLP1
Kennislab 6:
Interpreteren van literatuur en
refereren volgens Vancouver

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Inmiddels hebben we tot nu toe drie van de vijf stappen van de EBP-methodiek behandeld en mee geoefend met de studenten. In deze kennislab staan we kort stil bij stap 4: het toepassen van de resultaten. Voor deze opdracht gaat het erom dat studenten oefenen met het trekken van de juiste conclusies, en dus het juist interpreteren van een wetenschappelijk artikel. Dit blijkt namelijk ook een lastige vaardigheid zijn voor de studenten, ook in jaar 2 en 3 van de opleiding.
Bespreek kort met de studenten wat stap 4 inhoudt in de praktijk, en wat ze tijdens deze les kunnen verwachten.

Intenties les
  • oefenen met resultaten uit een studie te interpreteren
  • extra uitleg over hoe refereren volgens vancouver met voorbeeld

Juiste interpretaties zijn belangrijk: goede zorg verlenen
Refereren: voorkomen van plagiaat/ fraude!

Slide 3 - Tekstslide

Vertel de studenten het belang van goede interpretaties. Als je resultaten mis interpreteert, dan kan je ook verkeerde besluiten nemen in de zorgverlening. 
Refereren is van belang omdat je de rechten van auteurs ook respecteert, anders ben je fraude aan het plegen.

Slide 4 - Tekstslide

Socrative voorkennis activeren
Welke vragen heb je n.a.v. de voorbereiding?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Interpreteren van literatuur

Slide 6 - Tekstslide

Neem artikel Doyle et al (2013) erbij en je aantekeningen van de vragen uit de sway
Opdracht
Ga in drietallen het artikel van Doyle et al (2013) begrijpend lezen. Beantwoord met elkaar onderstaande vragen (ook in sway te vinden):
  1. Welke factoren hebben invloed op de verschillende relaties binnen Cedar Wings?
  2. Wat begrijp je over ‘othering’? Wat bedoelen ze met de matrix of othering?
  3. Wat hebben de onderzoekers geobserveerd over het gebruik van dementie als een master status?
  4. Wat hebben ze geobserveerd over agressiviteit bij de bewoners? Hoe past dit bij de matrix of othering die de onderzoekers hebben ontdekt in hun observaties?

Markeer en maak aantekeningen voor de nabespreking.
timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke factoren hebben invloed op de verschillende relaties binnen Cedar Wings?

Slide 8 - Tekstslide

Dit is de eerste vraag die je uit het inleidende stuk van de resultaten kunt beantwoorden. Laten we nu samen kijken naar dat eerste deel van de resultaten.

Slide 9 - Tekstslide

1 student vragen om antwoord te geven aan de vraag: wat denkt hij/ zij dat die factoren zijn volgens dit stukje?
Die factoren hebben dus invloed op de relatie bewoners- verpleegpersoneel
Wat begrijp je over ‘othering’? Wat bedoelen ze met de matrix of othering?

Slide 10 - Tekstslide

Deze tweede vraag kan je ook beantwoorden uit dat eerste deel van de resultaten...

Slide 11 - Tekstslide

Vraag weer 1 student om te vertellen wat hij/ zij van die othering begrijpen, wat bedoelen de onderzoekers daarmee?

Leg ook even uit dat deze cultural matrix in de inleiding van het onderzoek is geïntroduceerd. Normaal zou je dat onderdeel dus ook hebben gelezen en begrijp je iets meer waar die cultural matrix of othering betekent. Je kunt echter uit dit onderdeel ook begrijpen waar het over gaat (othering: de andere labelen omdat die anders is, of omdat die gestigmatiseerd is, of waar karaktereigenschappen aan verbonden kunnen worden).

Het is duidelijk uit dit stuk dat 'othering' belemmerend werkt voor het verlenen van persoonsgerichte zorg. 
Wat hebben de onderzoekers geobserveerd over het gebruik van dementie als een master status?

Slide 12 - Tekstslide

Voor deze derde vraag gaan we door naar het eerst subkopje: dementia as a master status.

Slide 13 - Tekstslide

Vraag wederom 1 of 2 studenten wat de onderzoekers nu beschrijven over het gebruik van dementie als master status.

Ga door naar de volgende dia, want daar staat een voorbeeld uit het onderzoek zelf

Slide 14 - Tekstslide

In dit voorbeeld gebruikt de directeur van de instelling zelf de master status van dementie om de bewoners te beschrijven. Die man met FTD en die andere met Alzheimer... op deze manier maakt zij duidelijk wie 'zij' zijn en creëert zij afstand tussen die twee. 
En wat hebben ze geobserveerd over agressiviteit bij de bewoners? Hoe past die bij de matrix of othering die de onderzoekers hebben ontdekt in hun observaties?

Slide 15 - Tekstslide

Deze laatste vraag kan beantwoord worden met een ander subkopje van de resultaten: othering based in residents' aggressiveness.

Slide 16 - Tekstslide

Vraag voor een laatste keer aan weer 1 of 2 studenten om antwoord te geven aan deze vraag: hoe wordt agressiviteit beïnvloed door othering? Onder gearceerde wordt al wat meer beschreven hieronder.

Nu kan je weer een voorbeeld laten zien in de volgende dia's 

Slide 17 - Tekstslide

Hier wordt er verteld over Marilyn en hoe zij geïnterviewd werd door de onderzoekers... 

Slide 18 - Tekstslide

Hier lees je hoe de verpleegkundigen (én de familie) de onderzoekers waarschuwden over de agressie bij mevrouw. En hoe verbaasd zij erover waren dat dit niet het geval was geweest tijdens het interview.

Slide 19 - Tekstslide

Vervolgens lees je hoe de verpleegkundigen omgaan met mevrouw en hoe agressie bij haar uitgelokt wordt doordat zij haar labelen en daar dus maatregelen voor nemen.
Welke conclusies trek jij zelf uit deze resultaten?

Slide 20 - Open vraag

Bekijk hun conclusies, en kijk nu verder naar de conclusies in de volgende dia's.

Slide 21 - Tekstslide

er wordt nog steeds veel nadruk gelegd om de biomedische benadering van mensen met dementie in Cesar Wings, en dit werkt belemmerd voor het toepassen van persoonsgerichte zorg in deze instelling. Er wordt afstand gecreëerd tussen 'zij' en 'wij', door ze te labelen (othering).

Slide 22 - Tekstslide

Othering belemmert ook enorm de relaties binnen de instelling.

Slide 23 - Tekstslide

Othering belemmert de manier van zorg verlenen, er is geen ruimte voor compassie en dus ook persoonsgerichte zorg in de dagelijkse verzorging. Dit moet dus verminderd worden zodat de relaties beter worden.

Slide 24 - Tekstslide

De onderzoekers geven twee aanbevelingen:
Betrekken van mensen met dementie in de zorgverlening en de dagelijkse routine (meer naar ze luisteren, meer geduld hebben, etc)

Slide 25 - Tekstslide

en ook training aanbieden aan het team, waarin uitleg wordt gegeven over de invloed van de biomedische benadering en van othering op persoonsgerichte zorg.
Wat neem jij mee uit deze conclusie en aanbevelingen?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Refereren volgens Vancouver

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wordt er in je eigen artikelen anders gerefereerd dan in het artikel van Testad
Ja
Nee

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten

- APA vrs Vancouver
- superscript vrs ( )

Slide 29 - Tekstslide

Ga hier op in. In de meeste artikelen wordt APA gebruikt als refereermethode. Deze manier past echter meer bij psychosociale studies. Vancouver komt meer voor in medische studies. We hanteren dus Vancouver. Het is mogelijk dat studenten soms hun eigen artikelen gebruiken om voorbeelden te halen hoe ze kunnen refereren.
Sta ook even stil op de manier hoe de nummers gezet worden in testad. Zij gebruiken superscript, maar volgens onze eigen richtlijnen moet het tussen ( ).

Slide 30 - Link

Ga nu naar het artikel van Testad en neem deze door met de student. De inleiding is al voldoende, daar zitten de meeste verwijzingen naar de bronnen. Ook in de discussie kan je verwijzing naar bronnen vinden als voorbeelden.

Slide 31 - Tekstslide

Net als bij een beschrijvende tekst, is het belangrijk om in een poster ook naar de oorspronkelijke bronnen te refereren. Maak de studenten erop attent dat ze dus ook volgens Vancouver in de poster refereren en dat ze dus, net als in het voorbeeld artikel, naar interviews niet met een bronnummer moeten refereren, maar dat ze duidelijk moeten maken dat het om ervaringskennis gaat, door dit letterlijk ook te benoemen: “een geïnterviewde zorgvrager vertelden dat… of een geïnterviewde verpleegkundige werkzaam op, vindt dat het belangrijk is om… etc”
Kennislab 10

Voorbeelden posterpresentatie

Slide 32 - Tekstslide

In kennislab 10 wordt de studenten voorbeelden van posterpresentaties aangeboden, hoe ze dit vorm kunnen geven en ook waar bijvoorbeeld referenties geplaatst kunnen worden. 
Vragen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben je nu in staat om zelf je artikelen te interpreteren?
JA
NEE

Slide 34 - Poll

Vraag bij de neen, wat ze nodig hebben en wie of wat ze kunnen gebruiken
Ben je nu in staat om een beschrijvende tekst (en poster) te voorzien van bronnen volgens Vancouver?
JA
NEE

Slide 35 - Poll

Vraag bij de neen, wat ze nodig hebben en wie of wat ze kunnen gebruiken