Hoofdstuk 7 kommagetallen

decimale getallen of kommagetallen

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

decimale getallen of kommagetallen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:

  • Theorie1.  Ik weet wat een decimaal getal is
  • Theorie2. Ik kan decimale getallen met elkaar optellen/ aftrekken
  • Theorie3  Ik kan decimale getallen met elkaar vermenigvuldigen/ delen

Slide 2 - Tekstslide


A
3x 1,90= 5,70
B
1,00+1,90+2,80=5,70
C
3x2,80=8,40
D
3x1,90=3,27

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de waarde van de 7?

8,973
A
70
B
0,7
C
7
D
0,07

Slide 4 - Quizvraag

vul in:
9,9000 (> < =) 9,9
A
>
B
<
C
=
D
geen idee

Slide 5 - Quizvraag

Optellen
Soms moet je getallen bij elkaar optellen. 
Het antwoord is de som van de getallen.

4 + 5 = 9                      9 is de som van 4 en 5

4,2 + 5,6 = 9,8           9,8 is de som van 4,2 en 5,6


Slide 6 - Tekstslide

Optellen
Als je kommagetallen zonder rekenmachine moet optellen,
schrijf je komma getallen onder elkaar op.

Zorg er dan voor dat de komma's van beide getallen recht onder elkaar staan.

Slide 7 - Tekstslide

Aftrekken
Soms moet je getallen van elkaar aftrekken.
Het antwoord is het verschil van de getallen.

5 − 2 = 3                       3 is het verschil van 5 en 2
5,6 − 4,2 = 1,4             1,4 is het verschil van 5,6 en 4,2



Slide 8 - Tekstslide

Aftrekken
Optellen en aftrekken gaat natuurlijk gemakkelijker met je rekenmachine.
 
Maar let dan wel op: soms moet je een punt gebruiken in plaats van de komma!

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiting
Hoofdstuk7
Decimale getallen

  •  Lesdoel gehaald?
  • Vooruitblik: decimale getallen optellen en aftrekken
  • Maken in de klas:  opdrachten van 7.2 blz. 120-123
  • Maken in de klas: opdrachten van 7.3 blz.124-126

SUCCES, ZIJN ER VRAGEN? 

Slide 10 - Tekstslide