Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Begeleiding les 2: grammatica, voorvoegsels en achtervoegsels, spreekwoorden
Welkom bij begeleiding Nederlands
Mevrouw Vos
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom bij begeleiding Nederlands
Mevrouw Vos
Slide 1 - Tekstslide
Even voorstellen...
Mevrouw Vos - kvos@insulacollege.nl
Wie zijn jullie?
4 begeleidingslessen
extra onderwerpen
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag gaan we aan de slag met:
Grammatica zinsdelen:
pv, ow, wg, lv, mv, bwb
Voor- en achtervoegsels
Spreekwoorden en gezegdes
Volgende week:
Herhaling grammatica, voor- en achtervoegsels, spreekwoorden en gezegdes
Slide 3 - Tekstslide
Een feit is
A
controleerbaar
B
voor iedereen verschillend
Slide 4 - Quizvraag
Een mening is
A
controleerbaar
B
voor iedereen hetzelfde
C
voor iedereen verschillend
D
een reden
Slide 5 - Quizvraag
een goede mening gebruikt
feiten
als argumenten
Slide 6 - Tekstslide
Een mening kan eruit zien als een feit
Het is niet mogelijk om dit vol te houden.
Slide 7 - Tekstslide
De volgende begrippen ken ik:
Mening, feit, argument
Klopt!
Mwah...
Nee!
Slide 8 - Poll
Spreekwoorden en gezegdes
Slide 9 - Tekstslide
Grammatica
Woordsoorten
Zinsdelen
Lidwoord Persoonsvorm
Zelfstandig naamwoord Onderwerp
Etc. Etc.
Slide 10 - Tekstslide
Zinsdelen
Een zin | bestaat | uit zinsdelen.
Alles wat voor de persoonsvorm staat of
kan
staan is 1 zinsdeel.
Slide 11 - Tekstslide
En nu jij!
Verdeel in zinsdelen en benoem de zinsdelen.
Gisteren gaf ik mijn moeder een mooie bos bloemen.
Slide 12 - Tekstslide
Het lijdend voorwerp
wie/wat + wwg + onderwerp = lijdend voorwerp.
Wie of wat
+
wwg
+
lijdend voorwerp
onderwerp
=
Slide 13 - Tekstslide
Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp vind je door te vragen:
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op:
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!
Het lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp is de persoon die iets overkomt in de zin.
Slide 14 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp
Slide 15 - Tekstslide
En nu jij!
Verdeel in zinsdelen en benoem de zinsdelen.
Volgende week woensdag maak ik een toets wiskunde.
Geef jij het antwoordvel even aan mij door?
Slide 16 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp --> doen!
Slide 17 - Tekstslide
Maak een zin met een lijdend voorwerp en een meewerkend voorwerp
Slide 18 - Open vraag
meewerkend voorwerp
Slide 19 - Tekstslide
Stappen zinsontleding
Persoonsvorm - tijdsproef
Werkwoordelijk gezegde - alle ww in de zin
Onderwerp- Wie/wat +wwg
Lijdend voorwerp - Wie/wat + wwg + ond
Meewerkend voorwerp
?
Bijwoordelijke bepaling
Oefenzinnen:
Hij koopt altijd een cadeau voor haar op haar verjaardag.
De buurmeisjes geven mij vaak een compliment.
Slide 20 - Tekstslide
De volgende zinsdelen kan ik benoemen:
lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling
Klopt!
Mwah...
Nee!
Slide 21 - Poll
Meer lessen zoals deze
Begeleiding les 1: feit, mening, argument + grammatica
Mei 2022
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Begeleiding les 3: grammatica, voorvoegsels en achtervoegsels, spreekwoorden
Mei 2022
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Oefeningen woordsoorten + zinsleer
Oktober 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC M4 L4 zinsleer bwb
Oktober 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer
September 2023
- Les met
38 slides
PAV
Secundair onderwijs
L17 Zinsdelen
April 2024
- Les met
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 1 - Zinsontleden, hoe deed je dat ook alweer?
September 2021
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
L11 Zinsdelen
April 2024
- Les met
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs