In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Ordenen
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Lesdoelen
terugblik: missie
Verwondersessie: ordening
Workshopsessie: opdrachten maken
Communicatiesessie
Slide 2 - Tekstslide
terugblik
Hoe ging de missie?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
van groot naar klein
Weet je nog?
Cel
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Een weefsel bestaat uit verschillende soorten cellen.
A
Nee, ze zijn allemaal gelijk
B
Ja, ze werken samen voor รฉรฉn functie
Slide 10 - Quizvraag
De huid
A
is een orgaan
B
bestaat uit meer weefsels
C
is een weefsel
D
bestaat uit dode cellen
Slide 11 - Quizvraag
Dit celonderdeel regelt alles wat er in de cel gebeurt
A
celmembraan
B
celkern
C
cytoplasma
Slide 12 - Quizvraag
Ik heb het tot nu toe begrepen?
๐๐๐๐๐
Slide 13 - Poll
DOMEINEN
Slide 14 - Tekstslide
domeinen
de eerste grote groepen die bij het indelen ontstaan zijn domeinen.
bacteriรซn, archaea en eukaryoten zijn de 3 domeinen.
bacteriรซn en archaea kan je ook samen indelen bij de prokaryoten. (in Klik maken ze geen onderscheid)
Slide 15 - Tekstslide
Indeling in 4 rijken doe je aan de hand de celeigenschappen
1. Bacteriecel
2. Dierlijke cel
3. Plantencel
4. Schimmelcel
Hoe herken je ze?
Slide 16 - Tekstslide
RIJKEN
Slide 17 - Tekstslide
Wat voor cel is dit?
A
Plantencel
B
Bacterie
C
Dierencel
D
Schimmelcel
Slide 18 - Quizvraag
Wat heeft een plantaardige cel wel, wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels
Slide 19 - Quizvraag
Rechts zie je de 4 rijken staan. Sleep het juiste rijk naar de bijbehorende cel.
Dier
Plant
Schimmel
Bacterie
Slide 20 - Sleepvraag
Wat voor cel is dit?
A
Cel van een schimmel
B
Cel van een bacterie
C
Cel van een plant
D
Cel van een dier
Slide 21 - Quizvraag
Ik heb het tot nu toe begrepen..
๐๐๐๐๐
Slide 22 - Poll
Soorten
Organismen behoren tot hetzelfde soort:
als ze zich samen kunnen voortplanten;
en de nakomelingen vruchtbaar zijn.
Slide 23 - Tekstslide
Soorten
Soms lijken twee soorten nog zoveel op elkaar dat ze wel nakomelingen kunnen krijgen. Als twee verschillende soorten samen een nakomeling krijgen, noem je zoโn nakomeling een kruising. Een mooi woord voor kruising is hybride.
Slide 24 - Tekstslide
Bij een kruising van soorten die niet tot dezelfde soort behoren, gaat het in de natuur meestal niet helemaal goed.
Voorbeeld: een muildier
Slide 25 - Tekstslide
Ik snap dit onderdeel..
๐๐๐๐๐
Slide 26 - Poll
De 4 rijken, maar hoe verdeel je deze weer in soorten?
Weet je nog?
Slide 27 - Tekstslide
Indelen in groepen
Rijk: dieren
Stam: Gewervelde dieren
Klasse: Zoogdieren
Orde: Katachtigen
Familie: Katachtigen
Geslacht: Katten
Soort: Huiskat (alle rassen, van siamees tot boskat)
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Voorbeeld:
Slide 31 - Tekstslide
Geef de juiste volgorde van het systeem van ordening, welke valt ondere welke?
De soort zou hier de eerste zijn!
Klasse
Familie
Geslacht
Rijk
Stam
Slide 32 - Sleepvraag
Ik heb het begrepen.
๐๐๐๐๐
Slide 33 - Poll
Workshopsessie
Je maakt: (week 43)
Wat niet af is, is huiswerk :)
timer
1:00:00
Slide 34 - Tekstslide
Communicatiesessie
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Ik kan uitleggen wat het begrip ordenen betekent.
ja
nee
Slide 37 - Poll
Ik kan uitleggen wat de kenmerken zijn om organismen te ordenen.