In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Ordenen
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Lesdoelen
Verwondersessie: ordening
Workshopsessie: opdrachten maken
Communicatiesessie: Kahoot
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Van groot naar klein
Weet je nog?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Dit cel onderdeel regelt alles wat er in de cel gebeurt
A
celmembraan
B
celkern
C
cytoplasma
Slide 9 - Quizvraag
Ik heb het tot nu toe begrepen?
๐๐๐๐๐
Slide 10 - Poll
DOMEINEN
Slide 11 - Tekstslide
domeinen
de eerste grote groepen die bij het indelen ontstaan zijn domeinen.
bacterie, archaea en eukaryoten zijn de 3 domeinen
bacterie en archaea kan je ook samen indelen bij de prokaryoten.
Slide 12 - Tekstslide
Indeling in 4 rijken doe je aan de hand de celeigenschappen
1. Bacteriecel
2. Dierlijke cel
3. Plantencel
4. Schimmelcel
Hoe herken je ze?
Slide 13 - Tekstslide
RIJKEN
Slide 14 - Tekstslide
Wat voor cel is dit?
A
Plantencel
B
Bacterie
C
Dierencel
D
Schimmelcel
Slide 15 - Quizvraag
Wat heeft een plantaardige cel wel, wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels
Slide 16 - Quizvraag
Rechts zie je de 4 rijken staan. Sleep het juiste rijk naar de bijbehorende cel.
Dier
Plant
Schimmel
Bacterie
Slide 17 - Sleepvraag
Wat voor cel is dit?
A
Cel van een schimmel
B
Cel van een bacterie
C
Cel van een plant
D
Cel van een dier
Slide 18 - Quizvraag
Ik heb het tot nu toe begrepen..
๐๐๐๐๐
Slide 19 - Poll
Soorten
Organismen behoren tot hetzelfde soort:
als ze zich samen kunnen voortplanten;
en de nakomelingen vruchtbaar zijn.
Slide 20 - Tekstslide
Soorten
Soms lijken twee soorten nog zoveel op elkaar dat ze wel nakomelingen kunnen krijgen. Als twee verschillende soorten samen een nakomeling krijgen, noem je zoโn nakomeling een kruising. Een mooi woord voor kruising is hybride.
Slide 21 - Tekstslide
Bij een kruising van soorten die niet tot dezelfde soort behoren, gaat het in de natuur meestal niet helemaal goed.
Voorbeeld: een muildier
Slide 22 - Tekstslide
Ik snap dit onderdeel..
๐๐๐๐๐
Slide 23 - Poll
De 4 rijken, maar hoe verdeel je deze weer in soorten?
Weet je nog?
Slide 24 - Tekstslide
Indelen in groepen
Rijk: dieren
Stam: Gewervelde dieren
Klasse: Zoogdieren
Orde: Katachtigen
Familie: Katachtigen
Geslacht: Katten
Soort: Huiskat (alle rassen, van siamees tot boskat)
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Voorbeeld:
Slide 28 - Tekstslide
Geef de juiste volgorde van het systeem van ordening, welke valt ondere welke?
De soort is de laatste!
Klasse
Familie
Geslacht
Rijk
Stam
Slide 29 - Sleepvraag
Ik heb het begrepen.
๐๐๐๐๐
Slide 30 - Poll
Workshopsessie
Je maakt:
Wat niet af is, is huiswerk :)
timer
1:00:00
Slide 31 - Tekstslide
Communicatiesessie
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Ik kan uitleggen wat het begrip ordenen betekent.
ja
nee
Slide 34 - Poll
Ik kan uitleggen wat de kenmerken zijn om organismen te ordenen.