Ordening start

Ordenen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ordenen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

lesdoel
3.1 Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken
3.1 Je kunt celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën
3.1 Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk

3.2 Je kunt soorten en rassen onderscheiden
3.2 Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomsten en verwantschap

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

van groot naar klein
Weet je nog?
Cel

Slide 7 - Tekstslide

DOMEINEN

Slide 8 - Tekstslide

domeinen
de eerste grote groepen die bij het indelen ontstaan zijn domeinen.

bacteriën, archaea en eukaryoten zijn de 3 domeinen.

bacteriën en archaea kan je ook samen indelen bij de prokaryoten.
(in Klik maken ze geen onderscheid)

Slide 9 - Tekstslide

Indeling in 4 rijken doe je aan de hand de celeigenschappen
 
1. Bacteriecel
2. Dierlijke cel
3. Plantencel
4. Schimmelcel
Hoe herken je ze?

Slide 10 - Tekstslide

RIJKEN

Slide 11 - Tekstslide

Wat voor cel is dit?
A
Plantencel
B
Bacterie
C
Dierencel
D
Schimmelcel

Slide 12 - Quizvraag

Wat heeft een plantaardige cel wel,
wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels

Slide 13 - Quizvraag


Rechts zie je de 4 rijken staan. Sleep het juiste rijk naar de bijbehorende cel.
Dier

Plant
Schimmel
Bacterie

Slide 14 - Sleepvraag

Wat voor cel is dit?
A
Cel van een schimmel
B
Cel van een bacterie
C
Cel van een plant
D
Cel van een dier

Slide 15 - Quizvraag

Ik heb het tot nu toe begrepen..
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Soorten
Organismen behoren tot hetzelfde soort:
  • als ze zich samen kunnen voortplanten;
  • en de nakomelingen vruchtbaar zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Bij een kruising van soorten die niet tot dezelfde soort behoren, gaat het in de natuur meestal niet helemaal goed.
Voorbeeld: een muildier

Slide 18 - Tekstslide

dan nog een paar belangrijke begrippen

variatie, selectie verwantschap

Slide 19 - Tekstslide

Ik snap dit onderdeel..
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

(huis)werk
af voor de volgende les: basisstof 2

Slide 21 - Tekstslide

De 4 rijken, maar hoe verdeel je deze weer in soorten?
Weet je nog?

Slide 22 - Tekstslide

Indelen in groepen
Rijk:  dieren
Stam: Gewervelde dieren
Klasse: Zoogdieren
Orde: Katachtigen
Familie: Katachtigen
Geslacht: Katten
Soort: Huiskat (alle rassen, van siamees tot boskat)




Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld:

Slide 26 - Tekstslide

Geef de juiste volgorde van het systeem van ordening, welke valt ondere welke?
De soort zou hier de eerste zijn!
Klasse
Familie
Geslacht
Rijk
Stam

Slide 27 - Sleepvraag

Ik heb het begrepen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Ik kan uitleggen wat het begrip ordenen betekent.
ja
nee

Slide 29 - Poll

Ik kan uitleggen wat de kenmerken zijn om organismen te ordenen.
ja
nee

Slide 30 - Poll

Ik kan de vier grote groepen benoemen.

ja
nee

Slide 31 - Poll

Ik kan de kenmerken van de vier groepen benoemen.

ja
nee

Slide 32 - Poll

Ik wil mij inschrijven voor de extra instructie
ja
nee

Slide 33 - Poll