6-1 4V

Welkom!
Meld je aan bij LessonUp!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Meld je aan bij LessonUp!

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
 Antwoorden huiswerk
 Uitleg: Overige werkwoordsvormen
 Oefenen: Overige werkwoordsvormen
 Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Antwoorden huiswerk
 De antwoorden van het huiswerk kun je vinden bij de   Studiewijzer op Magister. Straks krijg je de tijd om je   antwoorden na te kijken. 


Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
 Na deze les kun je infinitief, gebiedende wijs, onvoltooid en   voltooid deelwoorden correct spellen. 


Slide 4 - Tekstslide

Uitleg: Overige werkwoordsvormen

Infinitief
Gebiedende wijs
Onvoltooid deelwoord
Voltooid deelwoord
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Tekstslide

Infinitief
Gebiedende wijs
Onvoltooid deelwoord
Voltooid deelwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Zing
Gezongen
Zingende
Zingen
Zingend

Slide 6 - Sleepvraag

Uitleg: Infinitief
Infinitief = hele werkwoord

Schrijf je zoals een werkwoord in het woordenboek staat: lachen, zitten, leren

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg: Gebiedende wijs
Gebiedende wijs = als je iemand iets opdraagt

Schrijf je zoals de ik-vorm: lach niet zo, zit rechtop, leer de woorden.

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg: Onvoltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord = als iets nog steeds bezig is

Schrijf infinifief+d: lachend kijkt ze in de camera
                                         zittend maakt hij zijn huiswerk
                                          


Slide 9 - Tekstslide

Uitleg: Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord = als iets afgelopen is, meestal in                                                                      combinatie met zijn of worden

Schrijf de vaste vorm: Hij heeft heel hard gelachen
                                               Zij heeft voor haar proefwerk geleerd

Laatste letter d of t?  Gebruik 't ex-fokschaap.
                                          


Slide 10 - Tekstslide

Uitleg: Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord = eigenschap van iets of iemand

Schrijf od of vd +e en zo kort mogelijk: De lachende vrouw
                                                                                  De geleerde woordjes
                                                                                   De verbrande boeken
Let op! Soms is een klinkerverdubbeling wel nodig ivm uitspraak: de gewitte plafonds, de geredde hond


                                          


Slide 11 - Tekstslide

Het bleek dat hij heeft ... (bluffen)

Slide 12 - Open vraag

Gianni gaat vrolijk ... (lachen) door het leven

Slide 13 - Open vraag

Op het slecht ... (verlichten) perron wachtten de reizigers

Slide 14 - Open vraag

Wat sta jij daar nou te ... (kijken)

Slide 15 - Open vraag

... (worden) nou eens volwassen!

Slide 16 - Open vraag

Deze man heeft de hele wereld over ... (reizen)

Slide 17 - Open vraag

Zelfstandig werken
Maken: opdracht 4 tot en met 8, bladzijde 284-285

Lastig? Kijk even naar het filmpje van Arnoud Kuijpers, de link staat bij het huiswerk van donderdag.

Slide 18 - Tekstslide