Als je pv, wg, o, lv en mv hebt benoemd, blijven de bijwoordelijke bepalingen over.
- De bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als wanneer, waarom, hoe en waar?
Kijk maar:
Opa geeft een bosje bloemen aan oma op de markt
Opa geeft heel onhandig het bosje bloemen aan oma
Vorige week gaf opa oma ook al bloemen