In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
9.7: Hoeken berekenen
Slide 1 - Tekstslide
Na deze les:
Kun je hoeken berekenen bij snijdende lijnen.
Slide 2 - Tekstslide
Je weet al:
Dat een rechte hoek 90° en een gestrekte hoek 180° is
Dat de drie hoeken van een driehoek samen 180° zijn
Welke eigenschappen rechthoekige, gelijkbenige en gelijkzijdige driehoeken hebben
Slide 3 - Tekstslide
Hoeken berekenen
D U S N I E T M E T E N ! ! !
Slide 4 - Tekstslide
Driehoekensom
De drie hoeken van een driehoek zijn samen altijd 180°.
Slide 5 - Tekstslide
Gelijkbenige driehoek
In een gelijkbenige driehoek zijn de basishoeken gelijk.
Slide 6 - Tekstslide
Samen een gestrekte hoek
Slide 7 - Tekstslide
Hoeken bij snijdende lijnen
Als twee lijnen elkaar snijden, worden er 4 hoeken gevormd.
2 hoeken die tegenover elkaar liggen, noemen we overstaande hoeken. Overstaande hoeken zijn even groot.
2 hoeken die naast elkaar liggen, vormen samen een gestrekte hoek. Een gestrekte hoek is altijd 180°.
Met deze eigenschappen kunnen we de grootte van 3 hoeken berekenen als er 1 hoek gegeven is.
Slide 8 - Tekstslide
Overstaande hoeken
Slide 9 - Tekstslide
Gestrekte hoek
Slide 10 - Tekstslide
Regels
Bij het berekenen van hoeken maak je gebruik van de volgende regels:
een rechte hoek is 90°
een gestrekte hoek is 180°
driehoekensom: in een driehoek zijn de drie hoeken samen altijd 180°
overstaande hoeken zijn gelijk
in een gelijkbenige driehoek zijn de basishoeken even groot
met lijn-, draai- en schufsymmetrie vind je gelijke hoeken
Slide 11 - Tekstslide
Notatie
Schrijf op 1 regel eerst de hoek die je wil berekenen, dan je berekening, gevolgd door je uitkomst. Zet achter je uitkomst tussen haakjes welke regel je hebt gebruikt. En denk aan de ° - tekens!