9. V3 Taalverzorging 1 Wie bepaalt hoe het hoort?


Welkom A3T!


Taalverzorging 1
Wie bepaalt hoe het hoort?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Welkom A3T!


Taalverzorging 1
Wie bepaalt hoe het hoort?

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. HW-opdrachten nakijken
  3. Taalverzorging 1 Wie bepaalt hoe het hoort?
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

HW-opdrachten nakijken

Slide 4 - Tekstslide

HW-opdrachten nakijken Opdracht 7 
a gehuurd
b ingeleverd
c teruggeplant
d opgehaald
e herplant
f aangesterkt
g verhuurd
h weggegooid
Opdracht 8
a gedeletet, geschied

b mountainbiketen, swipend, sightseeënd

c ingepland, verteld

d geluncht, bekokstoofd

e passte, verwoestend, uithaalde

f nietsvermoedend, gephotobombd

Slide 5 - Tekstslide

Taalverzorging 1 
Wie bepaalt hoe het hoort?

Slide 6 - Tekstslide

Doel: Je leert waarom er regels voor spelling zijn afgesproken.

Slide 7 - Tekstslide

Waarom denk je dat er regels voor spelling zijn afgesproken?

Slide 8 - Woordweb

We lezen samen de tekst op pagina 34-35 van je boek

  • Correct spellen: hoe doe je dat?
  • Etymologie en analogie
  • Een lang proces naar één officiële spelling
  • Welke ‘autoriteiten’ kun je gebruiken?
  • Discussie over spelling

Slide 9 - Tekstslide

Welke informatie geeft een woordenlijst NIET?
A
grammaticale categorieën
B
de spelling van woorden
C
lidwoorden
D
verbuigingen

Slide 10 - Quizvraag

In welk naslagwerk kun je het beste zoeken als je wilt weten wanneer je een tussen-n schrijft en wanneer niet?
A
woordenboeken
B
handboeken spelling en stijl
C
woordenlijsten

Slide 11 - Quizvraag

Waarom is goed toepassen van spellingsregels zo belangrijk?
A
Omdat het dom is om spellingsfouten te maken.
B
Omdat dat nou eenmaal hoort.
C
Omdat niet alle apps (zoals Word) een spellingscontrole hebben.
D
Omdat het nodig is om in de maatschappij goed te kunnen functioneren.

Slide 12 - Quizvraag

Speelt bij de spelling van het volgende woord etymologie of analogie een rol?
w in erwt
A
etymologie
B
analogie

Slide 13 - Quizvraag

Speelt bij de spelling van het volgende woord etymologie of analogie een rol?
h in thema
A
etymologie
B
analogie

Slide 14 - Quizvraag

Speelt bij de spelling van het volgende woord etymologie of analogie een rol?
d in avond
A
etymologie
B
analogie

Slide 15 - Quizvraag

Speelt bij de spelling van het volgende woord etymologie of analogie een rol?
b in ambtenaar
A
etymologie
B
analogie

Slide 16 - Quizvraag

Speelt bij de spelling van het volgende woord etymologie of analogie een rol?
b in rib
A
etymologie
B
analogie

Slide 17 - Quizvraag

Speelt bij de spelling van het volgende woord etymologie of analogie een rol?
c in carpe diem
A
etymologie
B
analogie

Slide 18 - Quizvraag

In het Nederlands bestaan woorden die precies hetzelfde worden uitgesproken, maar anders worden geschreven en een andere betekenis hebben, bijvoorbeeld: ijken-eiken, rijzen-reizen, stijl-steil. Bedenk nog zo een woordpaar.

Slide 19 - Woordweb

Welk naslagwerk moet je gebruiken als je wilt weten wat deze woorden betekenen?
A
woordenboeken
B
handboeken spelling en stijl
C
woordenlijsten

Slide 20 - Quizvraag

Speelt bij de spelling van dit soort woordparen etymologie of analogie een rol?
A
etymologie
B
analogie

Slide 21 - Quizvraag

In 2005 verweten de makers van het Witte Boekje hun collega's van het Groene Boekje dat het consequent toepassen van regels tot onlogische vormen leidde. Welke spellingsregel vind jij onlogisch? Gebruik voorbeelden en leg je antwoord uit.

Slide 22 - Woordweb

De spelling van het woord 'allebei' is via een zoekmachine te vinden. Geldt dat ook voor het woord 'gebeurt/gebeurd'? Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Woordweb

Check!
Analogie?

Slide 24 - Woordweb

etymologie

Slide 25 - Woordweb

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 9 oktober
  • Huiswerk: maken opdr. 9 (p. 36) + leren p. 34-35
  • Meenemen: LAPTOP, boek, leesboek, schrift en pen
  • Programma: taalverzorging 2 + bespreken repetitie leesvaardigheid

Slide 26 - Tekstslide