Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H5 en 6 Spelling
H5 & 6 Spelling
Hoofdletters
Aanhalingstekens
Samenstellingen
1 / 10
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
10 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H5 & 6 Spelling
Hoofdletters
Aanhalingstekens
Samenstellingen
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdletters (bijzondere gevallen)
NIET als zin begint met
's
(bv 's Morgens ....) of
een getal
: 1952 is het jaar van de watersnoodramp.
NIET bij samenstellingen van religieuze feestdagen (kerstkaart)
WEL bij de feestdag, want dat is een eigennaam (Kerstmis)
WEL bij bijvoeglijke naamwoorden die van aardrijkskundige naam zijn afgeleid (Zeeuwse bolussen, Noord-Hollandse kaas)
NIET bij de namen van de windstreken (noordwesten, noorden)
NIET als de naam of voorletter voor het tussenvoegsel staat (meneer S. van der Vaart - meneer Van der Vaart).
Slide 2 - Tekstslide
Geef aan waarom je wel of geen hoofdletter schrijft aan het begin van deze zin:
's-Gravenhage is de mooiste stad van Nederland.
Slide 3 - Open vraag
WEL hoofdletter
GEEN hoofdletter
hemelvaartvakantie
ijslandse geisers
moederdag
zuidwesten
op (meneer op het hof)
van
(mevrouw J. de boer - van den berg)
Slide 4 - Sleepvraag
Directe rede: iemand citeren
Jan zei: 'Ik vind al die spellingsregels zo saai.'
Altijd
aanhalingstekens gebruiken.
Aanhalingstekens horen NA het leesteken (dus ook NA ? of !)
Indirecte rede: vertellen wat iemand heeft gezegd
Jan zei dat hij die spellingsregels zo saai vindt.
Gedachten vertellen
Jan dacht: ik vind spellingsregels zo saai.
Geen
aanhalingstekens gebruiken.
Slide 5 - Tekstslide
Gaan jullie vandaag nog naar school, vroeg moeder aan mij.
A
Wel aanhalingstekens
B
Geen aanhalingstekens
Slide 6 - Quizvraag
Moeder dacht: zou Jan vandaag naar school moeten of heeft hij online les?
A
Wel aanhalingstekens
B
Geen aanhalingstekens
Slide 7 - Quizvraag
Samenstellingen
Nederlands: zoveel mogelijk woorden aan elkaar schrijven (langeafstandsloper)
Hebben meestal één klemtoon.
Het laatste woord is bepalend voor de betekenis.
Laatste woord is de kern en bepaald het lidwoord van de samenstelling. '
Let op het betekenisverschil bij het los of aan elkaar schrijven van een samenstelling.
Samengestelde werkwoorden
: stofzuigen.
Woorden met de getallen honderd en duizend
(tachtigduizend, vijftienhonderd)
Slide 8 - Tekstslide
Bekijk de afbeelding. Waarin maakt de spatie verschil in betekenis?
Slide 9 - Tekstslide
Bekijk de afbeelding. Waarin maakt de spatie verschil in betekenis?
Slide 10 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H5 en 6 Spelling
Mei 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H5 spelling
Mei 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2 HV les 14/04 hoofd- en bijzinnen
April 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Hoofdletters en leestekens Fashion
Januari 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
combiles blok 3 taalverzorging tijdens corona
Juni 2020
- Les met
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Hoofdletters en leestekens
Maart 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
8 februari BMF1
Februari 2024
- Les met
46 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Herhaling spelling
Juni 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2