H6.3 Betrouwbaarheidsinterval

Verdeling en betrouwbaarheidsinterval van de steekproefproportie
Leerdoelen deze les:
- Je kunt de standaardafwijking berekenen bij een steekproefproportie. 
- Je kunt bij een gegeven steekproefproportie en steekproefomvang een 95% betrouwbaarheidsinterval opstellen. 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Verdeling en betrouwbaarheidsinterval van de steekproefproportie
Leerdoelen deze les:
- Je kunt de standaardafwijking berekenen bij een steekproefproportie. 
- Je kunt bij een gegeven steekproefproportie en steekproefomvang een 95% betrouwbaarheidsinterval opstellen. 

Slide 1 - Tekstslide

H6.3 Steekproefproportie
  • Wat is een steekproef ook alweer?
  • Steekproef proportie ( en populatieproportie
  • Elke steekproef een andere steekproefproportie?
  • Experiment: Kans op Kop
  • Normaal verdeling steekproefproportie
  • Voorbeeld

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

De steekproef
Totale populatie
Steekproef
Steekproef is een meting van een eigenschap van de totale populatie aan een deel van de populatie 

Slide 5 - Tekstslide

Steekproef en populatie proportie
Steekproef proportie- deel van de steekproef met een bepaalde eigenschap
Populatie proportie- deel van de populatie met een bepaalde eigenschap

Slide 6 - Tekstslide

Steekproefproportie en de normale verdeling hiervan

Slide 7 - Tekstslide

Normaal verdeling van steekproefproportie
Steekproef proportie varieert per steekproef

Slide 8 - Tekstslide

Normaal verdeling steekproef
De steekproefverdeling die na een groot aantal steekproeven het meest voorkomt is gelijk aan de populatieproportie

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld:
σ=np(1p)

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
Totale populatie 43 wc poppetjes
Steekproeflengte = 8

Slide 12 - Tekstslide

Experiment:
  • Iedereen 1 muntje
  • 10 keer gooien (steekproeflengte is dus 10)
  • noteer hoe vaak je kop hebt gekregen
  • Wat is de steekproefproportie voor kop in jouw geval?

Slide 13 - Tekstslide

Formules

Slide 14 - Tekstslide

Oefening 1
In een bedrijf werken 1200 personen. Bij een onderzoek worden 200 personen ondervraagd, deze 200 personen heeft een auto. Het blijkt dat 152 personen een zwarte auto heeft. 

Bereken het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor de proportie zwarte auto's.


Slide 15 - Tekstslide

Er werken totaal 1250 mensen.  
steekproefproportie p = 152 personen van de 200 (n= steekproefomvang) heeft een zwarte auto. 
sigma = standaard afwijking 
σ=n(p(1p))
p=n=200(152)=0,76
σ=200(0,76(10,76))=0,03
95% betrouwbaarheidsinterval:  [ 0,7 ; 0,76] 
0,70= 0,03- ____________0,76___________ + 0,03  0,76 = 76%
D.w.z. 70-76% van de auto's kunnen we met 95% zekerheid zeggen dat ze zwart zijn! 
     

Slide 16 - Tekstslide

800 steekproeven bij een lengte 250 (n= steekproefomvang) bij
een populatieproportie van (u =gemiddelde = gelijk aan p) 
p = 0,35 met een standaardafwijking = 0,03 
  
σ=n(p(1p))
p=n=200(152)=0,76
σ=250(0,350,65)=0,03
b. Hoeveel % v/d steekproeven heeft naar verwachting een steekproefpopulatie tussen 0,32 en 0,38?  vuistregel norm. verdeling = 
Dus:  95% betrouwbaarheidsinterval: [ 0,32 ; 0,38] 
32%=0,32= 0,03- ____________0,35___________ + 0,03 = 0,38 = 38%    
  of gemiddelde u - sigma = 
     

Slide 17 - Tekstslide

Oefening 2
Bij een onderzoek onder jongeren naar hun voorkeur voor WhatsApp of Facebook blijkt dat 1440 van de 2000 ondervraagden zou kiezen voor WhatsApp als ze een keuze zouden moeten maken. 

Bereken het 95%-betrouwbaarheidsinterval van de jongeren die voor Whatsapp zouden kiezen. 


Slide 18 - Tekstslide

2000 jongeren 
1440 jongeren gebruiken WhatsApp

Slide 19 - Tekstslide