Les 2: Zwakke en sterke zuren en basen

Cliffhanger

Hebben oplossingen van zouten altijd een pH van 7,0? 

Natriumhydroxide is hierbij opgelost..
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Cliffhanger

Hebben oplossingen van zouten altijd een pH van 7,0? 

Natriumhydroxide is hierbij opgelost..

Slide 1 - Tekstslide

Random leerlingen vragen naar het antwoord. 
Daarna ook de natriumhydroxide oplossing met indicatorpapier bij de hand hebben. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Artikel over Yellow Stone park

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou een reden kunnen zijn dat dit kon gebeuren?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Doelen bij deze les

  • De leerling kan met behulp van Binas aangeven wanneer we te maken hebben met een sterk(e) zuur/base en wanneer we te maken hebben met een zwak(e) zuur/ base. 
  •  De leerling kan het geleidingsvermogen in verband brengen met de sterkte van zure oplossingen. 
  • De leerling kan het verschil aangeven tussen sterke zuren en zwakke zuren. 
  • De leerling kan de vergelijking geven van de reactie die optreedt als een zuur of base oplost in water.
  • De leerling kan een oplossing van een zuur noteren. 
  • De leerling kan een oplossen van een base noteren. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pH schaal: Hoe zuur een oplossing is, wordt aangegeven met de zuurgraad: de pH.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zuur?

Een zuur is een stof die H+ kan afstaan.

We noemen een zuur een H+ donor.

  • Deze H+ kun je meten.
  • Het zuur reageert met de indicator en daardoor verandert de indicator van kleur.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een zuur heeft dus H+ deeltjes, wat kan je hierover zeggen?

Slide 8 - Woordweb

Verder ingaan op het is een ion, wat weten we van een ion.. 

Demonstratieproef

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je zeggen over de stroomgeleiding van zoutzuur
A: geleidt stroom want het is geplaatst in ionen
B: geleidt geen stroom want het is geen zout
A
wel geleiding
B
geen geleiding

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg nauwkeurig uit waarom een oplossing van een sterk zuur veel beter de stroom kan geleiden dan een oplossing van een zwak zuur

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zure oplossingen 
Als een oplossing bestaat uit H(aq) ionen, is het een zure oplossing. 
Wat er na het afsplitsen van de H+ overblijft is het zuurrrest-ion
Deze zuren ga je uit je hoofd leren. Als je slim bent. Als je yolo-end door het leven wil, mag dat. Ben je stoer, maar niet meer stoer op de toets. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke en zwakke zuren: tabel 49
  • Binas 49 geeft een overzicht van bekende zuren en basen.
  • Onder te verdelen in: sterk en zwak , zie volgende slide.
  • In Binas 49 staan in de linker kolom op beide bladzijden de zuren. 
  • De bovenste 7 zuren zijn sterke zuren!!  
  • Alle zuren daaronder zijn zwakke zuren (alleen de 5 onderste formules doen niet mee).

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een sterk zuur?

Een sterk zuur is een stof die H+ gemakkelijk kan afstaan.

  • Alle H+ gaan van het zuur af (100%)
  • Het is een aflopende reactie.
  • Drie sterke zuren die je uit je hoofd moet leren.

      zoutzuur: H+ (aq) + Cl-(aq)

      salpeterzuur: H+ (aq) + NO3-(aq)

      zwavelzuur: 2 H+ (aq) + SO42-(aq)

Kijk ook even in tabel 49, waar deze staan!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zwak zuur? 
Dan splits hij gedeeltelijk.
In tabel 49 zie je de sterke zuren bovenaan staan en de zwakke zuren onderaan. De sterkte van het zuur neemt af van boven naar beneden. 
Een voorbeeld van een zwak zuur: CH3COOH. 
Doordat maar een klein gedeelte opsplits, noteer je het zwakke zuur als CH3COOH (aq)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke en zwakke zuren
  • Binas 49 geeft een overzicht van bekende zuren en basen.
  • Onder te verdelen in: sterk en zwak , zie volgende slide.
  • Hoe sterker een zuur, hoe makkelijker het H+ ion kan worden afgesplitst.
  • Bij gelijke molariteit, heeft een sterk zuur een lagere pH, een hogere geleidbaarheid en zal hij sterker reageren dan een zwak zuur (meer + in oplossing).

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het oplossen van een zuur
Een sterk zuur is volledig in ionen gesplitst. De oplosreactie is: 


In een oplossing van een zwak zuur zijn maar weinig moleculen gesplitst. De oplosreactie is:



HNO3(l)>H+(aq)+NO3(aq)
CH3COOH(l)>CH3COOH(aq)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Schrijf de oplosvergelijking en de notatie op voor het oplossen van het sterke zuur HBr in water.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De reactievergelijk en notatie van HBr

reactievergelijking: HBr (g) --> H+(aq) + Br-(aq)

notatie zoutzuur: H+(aq) + Br-(aq)


Als je een sterk zuur hebt,  splitst deze volledig in zijn ionen. 


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Geef de notatie van salpeterzuur.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een base?

Een base is een deeltje wat één of meerdere H+ ionen kan opnemen. Dit noemen we ook wel een H+-acceptor.

Deze H+ ionen worden afgestaan door een zuur. 

Enkele basen moet je uit je hoofd kennen. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit zijn allemaal basen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke en zwakke basen
Binas tabel 49
  • de basen staan in de
     rechterkolom
  • de basesterkte neemt van
     boven naar beneden toe
    --> de sterkste base in Binas tabel 49 is dus het O2-  ion

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef de reactie wanneer natriumoxide reageert met water.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste notatie voor natronloog?
A
NaOH(aq)
B
Na+(aq)+OH(aq)

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor verschil is er tussen een zuur en base?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dan volgt nu eerst nog een opwarmertje naar de vragen van het artikel..

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maak de vragen in tweetallen die horen bij het artikel over Yellow Stone park.
timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen bij deze les

  • De leerling kan met behulp van Binas aangeven wanneer we te maken hebben met een sterk(e) zuur/base en wanneer we te maken hebben met een zwak(e) zuur/ base. 
  •  De leerling kan het geleidingsvermogen in verband brengen met de sterkte van zure oplossingen. 
  • De leerling kan het verschil aangeven tussen sterke zuren en zwakke zuren. 
  • De leerling kan een oplossing van een zuur in formulevorm weergeven. 
  • De leerling kan een oplossen van een base in formulevorm weergeven. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1. Wat heb ik geleerd?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Is er nog iets wat volgende keer naar voren moet komen?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de volgende les
Maken we de combinatie van het zuur met de base. Dit is een zuur belangrijke reactie, die je op de juiste manier moet leren noteren.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen volgende les

  • De leerling kan het verband leggen van een zwak zuur, wanneer deze gekoppeld is aan een goed zout. 
  • De leerling kan een zuur-base-reactie herkennen.  
  • De leerling kan een zuur-base-reactie opstellen.  
  • De leerling kan de notatie geven van een oplossing waar een zuur-base-reactie heeft plaatsgevonden.  

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En nu? 
Lees de theorie nog eens rustig door in je boek of deze Lesson Up en maak de opdrachten die horen bij het huiswerk. 
13.3 en 13.4 en/of picrinezuur

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies