Les 4 - bezits-s, aaneenschrijven

Les 4

bezits-s
aaneenschrijven
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 4

bezits-s
aaneenschrijven

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
Aan het einde van deze les kun je:
  • woorden met de bezits-s goed schrijven;
  • woorden op de correcte manier aaneenschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Bezits-s

Slide 3 - Woordweb

Even herhalen: bezits-s
Je geeft hiermee aan van wie iets is.
Je schrijft de s aan het woord vast na een medeklinker en wanneer het geen uitspraakprobleem oplevert:
  • Martijns fiets, Elines verjaardag

Je schrijft de 's wanneer je een lange klank aan het einde van het woord hebt (behalve de e klank) en je wel uitspraakproblemen krijgt:
  • Marcella's auto, Nicky's voetbal

Je schrijft geen s wanneer je al een s-klank hoort. Om dan wel aan te geven dat het om een bezit gaat schrijf je wel de apostrof:
  • Alex' plan, Loes' bijbaan

Slide 4 - Tekstslide

Tekst
Goed
Fout
Gigi's cv
Ren's mobiel
Gloria's liedje
Sadys ongeluk
Anne's haren
Carriens jas
mijn zus' vriend

Slide 5 - Sleepvraag

Welke lange woorden ken jij die aaneengeschreven moeten worden?

Slide 6 - Woordweb

Even herhalen: aaneenschrijven
Samengestelde woorden schrijf je zo veel mogelijk aan elkaar, zolang dat geen lees- of uitspraakproblemen oplevert.
  • Samenstellingen:
Fietsenstalling, koffiezetapparaat, politieauto, docententoilet.
  • Woorden met er-, hier-, daar-, waar- + een voorzetsel:
Ermee, hierdoor, daarover, waarvoor.
  • Werkwoorden die beginnen met voorzetsels:
Overgelopen, doorstaan, opgelost


Slide 7 - Tekstslide

Even herhalen: aaneenschrijven koppelteken
Het koppelteken (-) gebruik je:
  • na een klinkerbotsing, waardoor er lees/uitspraakproblemen ontstaan.
mee-eter, radio-omroep, contra-aanval
  • na oud-, ex-, non-, niet-.
oud-voetballer, ex-vriendin, non-alcoholisch, niet-rokers
  • een deel van de samenstelling bestaat uit een naam, afkorting, cijfers of tekens.
kabinet-Wilders, mbo-student, A3-papier, €-teken.


Slide 8 - Tekstslide

Even herhalen: aaneenschrijven koppelteken
Het koppelteken (-) gebruik je:
  • in samengestelde aardrijkskundige namen.
Noord-Brabant, Midden-Amerika, Oost-Europese
  • in vaste combinaties.
klaar-over, ons rood-wit-blauw, doe-het-zelfzaak


Slide 9 - Tekstslide

Welk woord is juist geschreven?
A
groentesoep
B
groentensoep

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord is juist geschreven?
A
radioantenne
B
radio-antenne

Slide 11 - Quizvraag

Werkvorm
Stijlkwesties trivia
  • Je doet de werkvorm in groepjes van maximaal 3 studenten;
  • 1 groepslid geeft een vragenkaartje aan de andere groepsleden en heeft zelf het antwoordenkaartje;
  • De groepsleden noteren het juiste antwoord en het groepslid met het antwoordenkaartje checkt de antwoorden;
  • Wie haalt de meeste punten? (één punt per goed gegeven antwoord)

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten deze week
  • 2F | taalverzorging | spelling | bezits-s | opdracht 3
  • 2F | taalverzorging | spelling | aaneenschrijven | opdracht 3

Slide 13 - Tekstslide