Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
T3 nakijken 22 tot en met 27
Deze les:
- Gezamenlijk nakijken opdracht 22 tot en met 27
- Inloggen in de klas T3A op LessonUp
- Zelfstandig oefenen met redekundig ontleden of taalkundig benoemen
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Deze les:
- Gezamenlijk nakijken opdracht 22 tot en met 27
- Inloggen in de klas T3A op LessonUp
- Zelfstandig oefenen met redekundig ontleden of taalkundig benoemen
Slide 1 - Tekstslide
Opdracht 22
1.
Ik
ben gek op Sinterklaas, maar de kerstman heeft mijn hart gestolen.
2. Mag
ik je
tegen
u
zeggen?
3. Tycho is niet zo goed in talen;
hij
vindt vooral Engels erg moeilijk.
Ik
geef
hem
altijd extra woordjes mee naar huis.
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht 22
4.
Zij
doet er alles aan om
het
zo goed mogelijk te regelen voor
jullie
.
5.
Het
heeft zo hard gesneeuwd, dus moeten
wij
onze auto helemaal uitgraven.
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht 23
1.
Mijn
moeder zeurt altijd dat ik
mijn
kamer moet opruimen.
2. '
Mi
casa es
tu
casa' betekent
jouw
huis is
mijn
huis.
3. Het is niet alleen
jouw
Playstation, maar ook van mij.
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht 23
4. Al die spullen zijn van
zijn
broer, hij moet
zijn
spullen eens weggooien.
5. Zij vonden de kleren van
hun
moeder niet mooi.
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht 24
1. Het is voor mij lastig om
mijn
kat af te staan.
2. Ik ga vanavond met haar naar
haar
tante.
3. Hij had
jouw
fiets meegenomen, maar het niet verteld.
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 24
4.
Zijn
opa heeft jullie flink laten schrikken.
5. We gaan met hen naar de kermis in
hun
dorp.
Slide 7 - Tekstslide
Diagnostische toets
1.
Hij
zag iets in
dat
meisje en nodigde
haar
uit voor een etentje met
hem
.
Slide 8 - Tekstslide
Zin 1
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 9 - Open vraag
Zin 1
Vragend voornaamwoord
Slide 10 - Open vraag
Zin 1
Persoonlijk voornaamwoord
Slide 11 - Open vraag
Zin 1
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 12 - Open vraag
2.
Wat
vind
je
vader van
dit
verhaal en aan
wie
heb
jij
dat
verhaal nog meer verteld?
Slide 13 - Tekstslide
Zin 2
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 14 - Open vraag
Zin 2
Vragend voornaamwoord
Slide 15 - Open vraag
Zin 2
Persoonlijk voornaamwoord
Slide 16 - Open vraag
Zin 2
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 17 - Open vraag
3.
Zij
kan moeilijk volhouden dat
deze
regel niet voor
ons
geldt.
Slide 18 - Tekstslide
Zin 3
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 19 - Open vraag
Zin 3
Vragend voornaamwoord
Slide 20 - Open vraag
Zin 3
Persoonlijk voornaamwoord
Slide 21 - Open vraag
Zin 3
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 22 - Open vraag
4.
Wat voor een
monster ben
jij
om
dergelijke
uitspraken naar buiten te brengen en
ons
daar zomaar bij te betrekken.
Slide 23 - Tekstslide
Zin 4
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 24 - Open vraag
Zin 4
Vragend voornaamwoord
Slide 25 - Open vraag
Zin 4
Persoonlijk voornaamwoord
Slide 26 - Open vraag
Zin 4
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 27 - Open vraag
Opdracht 25
1.
Twee
leerlingen van
zestien
zijn te laat op de gestapt in Keulen.
2. In de
eerste
week van de kerstvakantie moest ik
acht
cadeautjes kopen.
3. Sommige leerlingen gingen mee skiën met
vijf
L.O.-docenten.
Slide 28 - Tekstslide
Opdracht 25
4. Een Amerikaanse vrouw had
drieëntwintig miljoen
dollar gewonnen.
5. Ik heb
veel
verstand van voetbal, maar erg
weinig
van wiskunde.
Slide 29 - Tekstslide
Opdracht 26
1. Vorige maand zijn er weer
duizenden
vluchtelingen aangekomen.
2. Zij verblijven in
drie
sporthallen in West-Friesland.
3.
Twee
tienermeisjes zijn zwanger,
één
meisje gelukkig niet.
Slide 30 - Tekstslide
Opdracht 26
4. De
meesten
zijn hun familie kwijt, er zijn ook
velen
die samen zijn gekomen.
5.
Honderden
vrijwilligers zetten zich onmiddellijk voor deze mensen
in
.
Slide 31 - Tekstslide
Opdracht 27
Slide 32 - Tekstslide
1. Als hij zijn ontbijt op heeft, gaat hij naar buiten.
PV1
= heeft
PV2
= gaat
Ond1
= Hij (BZ)
Ond2
= Hij (HZ)
Voegwoord
= als
Slide 33 - Tekstslide
2. Nadat de kinderen naar bed waren, werd het stil.
PV1
= waren
PV2
= werd
Ond1
= de kinderen (BZ)
Ond2
= het (HZ)
Voegwoord
= nadat
Slide 34 - Tekstslide
3. Ik kan niet komen, omdat Alexander ziek is.
PV1
= kan
PV2
= is
Ond1
= ik (HZ)
Ond2
= Alexander (BZ)
Voegwoord
= omdat
Slide 35 - Tekstslide
4. Het lekt, want de pannen zijn van het dak.
PV1
= lekt
PV2
= zijn
Ond1
= het (HZ)
Ond2
= de pannen (HZ)
Voegwoord
= want
Slide 36 - Tekstslide
5. Terwijl jij alles controleert, ga ik even koffie zetten.
PV1
= controleert
PV2
= ga
Ond1
= jij (BZ)
Ond2
= ik (HZ)
Voegwoord
= terwijl
Slide 37 - Tekstslide
Ga opnieuw naar www.LessonUp.app
- LessonUp zal om een code vragen
- Log in met de volgende code:
mwbep
- Je zit nu in de LessonUp klas van T3a
- Je kunt kiezen uit redekundig ontleden of taalkundig benoemen
Slide 38 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Voornaamwoorden vwo 3
March 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Grammatica 4 Plot 26
April 2022
- Les met
48 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Talent 4.8 Havo - Grammatica WS: vw, psv, bzv
March 2025
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica woordsoorten havo 3 herhaling
May 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V2 H4 Samengestelde zinnen: bijzin en hoofdzinnen
June 2019
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Voegwoord; lastige gevallen
November 2024
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Grammatica 4 Plot 26
April 2022
- Les met
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Samengestelde zin
25 days ago
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2