Onhandig begin van zinnen
Met de voegwoorden en, maar, want moet je oppassen. Wanneer je met zo’n woord een zin begint, maak je snel een formuleerfout.
Ik ga nu eten. En vanavond ga ik verder met huiswerk maken.
Correct is:
Ik ga nu eten en vanavond ga ik verder met huiswerk maken.
Of: Ik ga nu eten. Vanavond ga ik verder met huiswerk maken.
Ik moet nog huiswerk maken. Maar Heel Holland bakt wil ik ook zien.
Correct is:
Ik moet nog huiswerk maken, maar Heel Holland bakt wil ik ook zien.
Shaming is een vorm van pesten. Maar dan met intieme filmpjes.
Correct is:
Shaming is een vorm van pesten, maar dan met intieme filmpjes.
Het is niet fijn om aan het einde van de dag nog huiswerk te maken. Want ik ben dan niet meer scherp.
Correct is:
Het is niet fijn om aan het einde van de dag nog huiswerk te maken, want ik ben dan niet meer scherp.