Het imuunsysteem compleet

Vandaag
Herhaling bloedsomloop
Uitleg over het immuunsysteem (paragraaf 3.5, bladzijde 221)
Opdrachten maken paragraaf 3.5
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Herhaling bloedsomloop
Uitleg over het immuunsysteem (paragraaf 3.5, bladzijde 221)
Opdrachten maken paragraaf 3.5

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht bloedsomlopen
Een rode bloedcel gaat vanuit de nieren naar de maag. Wat is de route die deze rode bloedcel aflegt? Benoem alle bloedvaten, organen en delen van het hart. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren?
Vandaag gaan we leren:
- Hoe virussen (en andere ziektewekkers) zijn opgebouwd.
- Hoe je immuunsysteem reageert op ziektewekkers.
- Wat immuniteit is. 
- Hoe vaccinaties werken.
- Wat allergieën zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Immuunsysteem
In je lichaam komen veel stoffen die hier niet horen, dit zijn lichaamsvreemde stoffen. Het is aan het immuunsysteem om deze stoffen te controleren/bestrijden. 

Slide 4 - Tekstslide

Ziekteverwekkers
Ziekteverwekkers zijn vaak bacteriën, virussen en schimmels die schade aan het lichaam toe richten. Dit doen zij omdat ze zelf willen voortplanten of van de middelen in het lichaam willen leven

Slide 5 - Tekstslide

Virussen
Virussen zijn niet-levende ziektewekkers. Ze bestaan uit DNA in een klein pakketje. Virussen gebruiken levende cellen om zich te kunnen delen. De buitenkant van virussen bestaat uit antigenen. Deze kunnen veranderen bij een mutatie. 

Slide 6 - Tekstslide

Immuunsysteem
Het immuunsysteem werkt op 2 manieren; door ziektewekkers in te sluiten of door antistoffen.

Witte bloedcellen zijn veranderlijk van vorm in kunnen hiermee ziekteverwekkers ''opeten''. Hiermee gaan zij zelf vaak ook dood en de effectiviteit kan verschillen. Als eerste lijn van afweer werkt het goed. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Antigenen
Ziekteverwekkers hebben antigenen aan de buitenkant. Hiermee kunnen zij een cel binnenkomen en herkent worden door het afweersysteem. 

Deze antigenen kunnen veranderen, er zijn dat varianten van een ziektewekker. 

Slide 9 - Tekstslide

Antistoffen
Het immuunsysteem kan een ziekteverwekker onschadelijk te maken door stoffen te maken die precies op de antigenen passen, dit zijn antistoffen. Er word voor elke ziektewekkers specifieke antistoffen gemaakt, en het immuunsysteem moet ''leren'' welke ziekteverwekker welke antistof nodig heeft. 

Slide 10 - Tekstslide

Immuniteit
Als je immuunsysteem heeft geleerd, kunnen zij later snel een ziekteverwekker herkennen en bestrijden. Je bent dan voor die ziekte immuun. Door zelf ziek te worden bouw je natuurlijke immuniteit op. 

Soms word je gevaccineerd tegen een bepaalde ziekte. Dan worden antigenen van een ziekteverwekker ingespoten waardoor je lichaam leert welke antistoffen hij daar tegen moet maken. Je lichaam kan dan bij een infectie snel een ziekte bestrijden. Dit heet kunstmatige immuniteit
Elk land heeft een vaccinatiegraad nodig om de hele bevolking te kunnen beschermen. 


Slide 11 - Tekstslide

Rijksvaccinatieprogramma

Slide 12 - Tekstslide

Allergieën 
Soms reageert je immuunsysteem heftig op een stof terwijl dit helemaal niet nodig is; je word dan ziek omdat je lichaam je ziek maakt. 

Dit word een allergische reactie genoemd. Je kan dan last hebben van slijmvliezen die opzwellen, nauwe luchtwegen en kan je plekken op de huid krijgen. Sommige allergieën kunnen zelfs dodelijk zijn.  

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga aan de slag met de opdrachten van paragraaf 3.5. Dit is huiswerk voor de volgende les. Als je eerder klaar bent kun je ook de samenhang maken. 

Slide 14 - Tekstslide