5v ak De menselijke invloed op klimaat

De menselijke invloed op het klimaat
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De menselijke invloed op het klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Het versterkte broeikaseffect
er is een natuurlijke broeikas door H2O en CO2

Slide 2 - Tekstslide

Waarschuwing
Bij alle meerkeuzevragen hierna kunnen meerdere antwoorden (2, 3 of zelfs 4) goed zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Denk je dat er wetenschappelijk bewijs is voor een behoorlijke verantwoordelijkheid van de mens in de klimaatverandering in de laatste eeuw?
A
ja, volledig zeker, maatregelen moeten komen
B
ja, maar twijfel blijft altijd goed
C
nee
D
ik weet het niet

Slide 4 - Quizvraag

Als je denkt dat er WEL bewijs is voor menselijke invloed, waar baseer je dat bijv. op?

Slide 5 - Open vraag

Als je denkt dat er GEEN of ONVOLDOENDE bewijs is voor menselijke invloed, waar baseer je dat bijv. op?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Hoeveel graden zou het kouder zijn zonder het natuurlijk broeikaseffect?
A
15C
B
10C
C
2C
D
33C

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Hoeveel graden is de temperatuur de laatste 150 jaar gestegen?
A
3,4C
B
1,84C
C
0,74C
D
2C

Slide 10 - Quizvraag

Wat wordt gezien als de maximale temperatuurstijging die wetenschappers verantwoord achten?
A
1,4C
B
2C
C
4C
D
6C

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het essentiële belang van de
2-graden-doelstelling van Parijs?
A
boven de +2 graden is er geen voedselproductie genoeg
B
boven de +2 graden is het klimaatprobleem onomkeerbaar
C
je moet nu eenmaal iets concreets afspreken
D
de +2 gradengrens is de limiet waar de meeste landen wel mee kunnen leven

Slide 12 - Quizvraag

Urgenda voert rechtszaken om de overheid te dwingen maatregelen te nemen om de doelstelling van Parijs te halen. Bij de huidige uitstoot denkt Urgenda dat we vrij snel zoveel koolstofuitstoot hebben dat we +2 graden opwarming zullen hebben bereikt in ....
A
2034
B
2050
C
2045
D
2100

Slide 13 - Quizvraag

Bekijk bron 1. Als je nu CFK's in de atmosfeer brengt door een spuitbus, dan is dat gas verdwenen ...
A
over 3 jaar
B
over 150 jaar
C
over 10 jaar
D
over 50.000 jaar

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Waardoor verstoort de mens de natuurlijke koolstofcyclus?
A
door het verbranden van fossiele brandstoffen
B
door verwoestijning
C
door het vervangen van oude door jonge bossen
D
door het platbranden en kappen van bossen

Slide 16 - Quizvraag

Welke fout hoorde je in het filmpje?
A
geen fout, alles was goed
B
planten maken van CO2 nieuwe O2
C
sinds het begin van de industriële revolutie in de 18e eeuw is de concentratie gestegen met 41%
D
de mens zorgt ervoor dat er minder CO2 in de natuur kan verdwijnen

Slide 17 - Quizvraag

bekijk de bron
Wat heeft de grootste bijdrage
aan de emissie van broeikasgassen?
A
landbouw
B
ontbossing
C
gebruik van fossiele energie
D
afbraak en veengronden

Slide 18 - Quizvraag

Lees het artikel over het emission gapreport
van de VN. Met welke factor moeten de
inspanningen vermenigvuldigd worden om de temperatuurstijging tot 2 graden te beperken?
A
vijf keer de huidige inspanningen
B
het gaat wel goed zo, factor 1 is ok
C
drie keer de huidige inspanningen
D
de inspanningen moeten verdubbeld worden, factor 2 dus

Slide 19 - Quizvraag

Lees je boek, pag. 70 over de koolstofopname in de oceanen
timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

Welke 2 essentiële functies heeft de diepwaterpomp bij de opname van koolstof in de natuurlijke situatie?
A
warm water neemt meer CO2 op, en transport van koolstof naar de kalkbodems van de oceaan
B
koud water neemt meer CO2 op, en transport van koolstof naar de kalkbodems van de oceaan
C
bij het bevriezen van zeewater wordt de koolstof opgeslagen in ijs
D
het fytoplankton wordt getransporteerd door de diepzeepomp

Slide 21 - Quizvraag

Denkvraag. Het wordt warmer op aarde.
Wat is het effect hiervan op de diepzeepomp?
A
warm water zakt niet meer, en het water verzuurt, dat vertraagt de opname, en de pomp wordt zwakker
B
hoe meer warmte, hoe sneller de pomp zal werken
C
er komt meer plantengroei, dus meer CO2 in de oceanen, de pomp zal harder werken
D
de diepzeepomp zal het evenwicht herstellen

Slide 22 - Quizvraag

Opname van Co2 door oceaan en land. Wat is wat?
pijl omhoog
pijl omhoog en pijl omlaag
kalklagen
afzinkgebieden
kalklagen organisch afval
oplossing CO2
fotosynthese
verwering

Slide 23 - Sleepvraag

De atmosfeer bevat minder koolstof dan de oceanen en het land. Waarom wordt hier dan toch veel CO2 in opgevangen?
A
doordat jonge bossen de CO2 weer opnemen
B
omdat de atmosfeer het ook weer gemakkelijk kwijtraakt
C
door de verbranding van fossiele brandstoffen
D
door bosbranden

Slide 24 - Quizvraag

Welke uitspraken zijn juist?
A
De diepe oceaan is het grootste reservoir van koolstof
B
De koolstofbalans geeft info over de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer
C
Door het versterkte broeikaseffect verandert de stralingsbalans van de aarde niet
D
Waterdamp is het belangrijkste broeikasgas dat zorgt voor het natuurlijke broeikaseffect

Slide 25 - Quizvraag

Bekijk bron 1. N2O (lachgas) heeft een lage concentratie in de atmosfeer.
De bijdrage van dit gas is...
A
niet te verwaarlozen door de lange verblijftijd en het sterk opwarmend effect
B
te verwaarlozen, door de korte verblijftijd
C
niet te verwaarlozen door de hoge concentratie
D
te verwaarlozen omdat er veel meer invloedrijke gassen zijn

Slide 26 - Quizvraag

Wat denk je, veen branden in Indonesië
stoten evenveel CO2 uit als enkele malen de totale uitstoot van
A
Nederland
B
Engeland of Duitsland
C
China
D
Singapore

Slide 27 - Quizvraag

China stoot evenveel
broeikasgassen in Co2
equivalent uit als
A
8,1 maal India
B
3,3 maal de Verenigde Staten
C
0,5 maal de Europese Unie
D
3,3 maal de Europese Unie

Slide 28 - Quizvraag