10 05 22 Het zenuwstelsel

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
afpMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Zenuwstelsel
                                Leerpad 9

Slide 6 - Tekstslide

Wat heb je vandaag allemaal gedaan, waar je zenuwstelsel bij betrokken was?

Slide 7 - Woordweb

Functie zenuwstelsel
  • Voelen
  •  Bewegen van spieren
  • Bewust zijn van je omgeving
  • Kunnen slapen en wakker zijn
  • Kunnen praten
  • Begrijpen wat je hoort

 Bij alle activiteiten die je onderneemt is het zenuwstelsel betrokken.

Slide 8 - Tekstslide

Functie zenuwstelsel
  • Vegetatieve functies (individu in leven houden)
ademhaling, bloeddruk en peristaltiek
Het vegetatieve (onwillekeurige of autonome) zenuwstelsel

  •  Animale functies (individu -> omgeving)
Voelen, bewegen, cognitieve functies, emoties en gedrag
Willekeurig zenuwstelsel

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de andere naam voor het animale zenuwstelsel?
A
Vegetatief zenuwstelsel
B
Onwillekeurig zenuwstelsel
C
Willekeurig zenuwstelsel

Slide 10 - Quizvraag

Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel werkt snel, via elektrische prikkels die worden voortgeleid langs de uitlopers van zenuwcellen (neuronen). De zenuwcellen dragen de prikkels over door een boodschapperstof (neurotransmitter). 

Slide 11 - Tekstslide

Zenuwcellen (neuronen)

Slide 12 - Tekstslide

P: perifere zenuwen

C: hersenen en 
ruggenmerg

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Waaruit bestaat het centraal zenuwstelsel?

Slide 15 - Open vraag

Hersenen
Grote hersenen (cerebrum), tussenhersenen, hersenstam en kleine hersenen (cerebellum).

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Filmpje 9.3 hersenen Zorgpad
https://zorgpad.digitaal.noordhoff.nl/#/plp/book/47f2ed6a-78c3-4a06-b0f4-9197a7cf7bb3/chapter/fdf14b00-987b-4ad7-b508-170bf815bb20/paragraph/61247677-82b8-4b39-ac11-6bffcb8a4f12/lesson/40a8dad2-d121-4376-92b0-8ec3fa3d7f56

Slide 19 - Tekstslide

Waar in de hersenen worden de vitale functies aangestuurd?
A
De hersenstam
B
De kleine hersenen
C
De grote hersenen
D
Het ruggenmerg

Slide 20 - Quizvraag

Welke hersenhelft is dominant?

Klap nu gewoon in je handen zoals je dat normaal zou doen en houd je handen bij elkaar vast.

Kijk naar je handen. Welke hand (duim) is boven?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Vraag: 
Een zorgvrager heeft na een beroerte krachtsvermindering in haar linkerarm en -been.
Leg uit waar de beroerte zit: links of rechts? Voor, midden of achter?

Slide 24 - Tekstslide

Wat doen je hersenen wanneer
je te weinig slaapt ...denk je?!
A
Groeien
B
Krimpen
C
Langzamer worden
D
Sneller worden

Slide 25 - Quizvraag

timer
1:00
Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen
Ruggenmerg

Slide 26 - Sleepvraag

Het zenuwstelsel heeft twee taken. De eerste taak is het regelen van interactie tussen individu en omgeving. Wat is de tweede taak?
A
Het aansturen van gedrag
B
Regelen van automatische processen
C
Het regelen van emoties

Slide 27 - Quizvraag

Wat zijn de vegetatieve functies?
A
Processen die gericht zijn op het individu en zijn omgeving
B
Functies die een individu in leven houden

Slide 28 - Quizvraag

Voelen is een voorbeeld van een ...
A
Willekeurige functie
B
Onwillekeurige functie

Slide 29 - Quizvraag

De hersenen en het ruggenmerg behoren tot het ...
A
Centraal zenuwstelsel
B
Perifeer zenuwstelsel

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide