B2j Formuleren en Schrijven H4 19 jan

Goedemorgen
Doe meteen bij de start van de les de camera aan. 

Log alvast in bij LessonUP

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen
Doe meteen bij de start van de les de camera aan. 

Log alvast in bij LessonUP

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaat het met je?

Slide 2 - Tekstslide

Planning
formuleren H4
schrijven H4 - bouwplan  
woensdag: leeskring

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 4 - Formuleren 

leerdoel :
Je leert aantrekkelijk te formuleren.
Je leert dat je woorden die bij elkaar horen, bij elkaar moet plaatsen.

Slide 4 - Tekstslide

Het formuleren van een zin
Als je een zin verkeerd formuleert, kan je soms verkeerd begrepen worden. Dat kan lastig zijn en soms ook vervelend.

Let goed op dat je de juiste woorden bij elkaar zet als je een zin formuleert.

Hierna een paar voorbeelden. Zien jullie welke zinnen beter geformuleerd zijn?

Slide 5 - Tekstslide

a. Merel geeft de fles aan de baby die zij uit de magnetron haalt.
b. Merel haalt de fles uit de magnetron en geeft deze aan de baby.
A
Zin a is beter
B
Ze zijn beide niet goed
C
Ze zijn beide goed
D
Zin b is beter

Slide 6 - Quizvraag

a. Mannen kiezen vaker dan vrouwen ijs als dessert.

b. Mannen kiezen vaker ijs dan vrouwen als dessert.
A
Ze zijn beide niet goed.
B
Zin a is beter.
C
Zin b is beter.
D
Ze zijn beide niet goed

Slide 7 - Quizvraag

Waarom?
Waarom is de ene zin beter dan de andere?

Hoe dat zit gaan we straks bekijken!


Slide 8 - Tekstslide

De uitleg!
We nemen samen de theorie door die staat op blz. 122.

Eerst uitleg over bijvoeglijke bepaling.

Slide 9 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
Zinsdeelstukken die extra informatie geven over een zelfstandig naamwoord.

Dit prachtig gerestaureerde middeleeuwse gebouw is het pronkstuk van de straat. 
De aantrekkelijke en zeer intelligente man heeft gewonnen. 


Slide 10 - Tekstslide

De uitleg!

Open je boek op bladzijde 122. 
Pak een potlood. 


Slide 11 - Tekstslide

We gaan kijken of jullie het snappen! Welke zin is beter en waarom?

1. Tim heeft een waakzame en een hele grote hond.

2. Tim heeft een waakzame hond die heel groot is.

Slide 12 - Open vraag

Welke zin is beter en waarom?
1. Een patiënt kan wegens gebrek aan medicijnen veel zieker worden.
2. Een patiënt kan veel zieker worden wegens gebrek aan medicijnen.

Slide 13 - Open vraag

Welke zin is beter en waarom?
1. Mijn zus gaat binnenkort trouwen, maar ze heeft nog geen trouwjurk gekocht.
2. Mijn zus gaat binnenkort trouwen, hoewel ze nog geen trouwjurk gekocht heeft.

Slide 14 - Open vraag

Welke zin is beter en waarom?

1. Als zij beter gaat luisteren, zegt mijn moeder, dan mag ze naar balletles.
2. Mijn moeder zegt dat ze naar balletles mag als ze beter gaat luisteren.

Slide 15 - Open vraag

Welke zin is beter en waarom?

1. Denk jij dat die jongen hem na heeft geaapt?
2. Denk jij dat die jongen hem heeft nageaapt?

Slide 16 - Open vraag

 maak opdracht 2 (blz. 123)
Maak zin 1, 4, 5 en 7. 

Stap 1: welke tip is hier van toepassing?
Stap 2: herschrijf de zin. 

Klaar? Lees in je boek. 
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Hoofdstuk 4 - Formuleren (blz. 122)
We gaan deze les leren hoe je aantrekkelijk kan formuleren.

leerdoel :
Je leert aantrekkelijk te formuleren.
Je leert dat je woorden die bij elkaar horen, bij elkaar moet plaatsen.

Slide 18 - Tekstslide

Hoofdstuk 4 - Schrijven (blz. 110)

Slide 19 - Tekstslide

 opdracht 2 (blz. 109)

Bedankt voor de ingeleverde bouwplannen. 
Algemene feedback:
Wat viel mij op?

Slide 20 - Tekstslide

 feedback op de bouwplannen
  • Gebruik de spellingscontrole van Word. 
  • Vergeet niet onderwerp/tekstdoel/ hoofdgedachte in te vullen
  • noteer veel steekwoorden in kolom D (losse woorden waar je later een verhaal van maakt)

Slide 21 - Tekstslide

 Bouwplan betoog

Hoe zit dat nou in elkaar? 

Slide 22 - Tekstslide

 Uitleg betoog

filmpje Nieuw Nederlands

Slide 23 - Tekstslide

Er moet wel/geen avondklok komen in Nederland. 
onderwerp
tekstdoel
hoofdgedachte

Welke argumenten kunnen we bedenken?
Debat

Slide 24 - Tekstslide