Quiz + samenvatting

Wat gaan we vandaag doen?

- Quiz & samenvatting H9

- Oefenen

1 / 27

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?

- Quiz & samenvatting H9

- Oefenen

Slide 1 - Tekstslide

9.1 Wortelfuncties

Je leert wat een wortelfunctie is.

Je leert hoe je de coördinaten van een randpunt berekent.

Slide 2 - Tekstslide

Bereken de coördinaten van het randpunt van de grafiek van de functie f(x) =

(-5,2)

(0,5)

(0,-5)

(-2,5)

Slide 3 - Quizvraag

Wortelfuncties

Functie met een variabele onder het wortelteken

De coördinaten van een randpunt onder de wortel is nul

3x + 6 = 0

3x = -6

x = -2 en je berekent y door in de functie x=-2 in te vullen

Slide 4 - Tekstslide

Wortelfuncties

-2

Slide 5 - Tekstslide

Wortelfuncties

Een fu

-2

Slide 6 - Tekstslide

9.2 Rekenen met wortels

Je leert hoe je rekent met wortels waar variabelen in voorkomen

Slide 7 - Tekstslide

Vereenvoudig:

\frac{​ \sqrt ​ 3 6 a ^{​ 3 ​ ​} b ^{​ 2 ​ ​} ​ ​ ​ ​ ​}{​ \sqrt ​ 4 a ​ ​ ​ ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 2 ​} a b

3 a b

9 a b

40 a b

Slide 8 - Quizvraag

Welke van de berekeningen kloppen?

\frac{​ \sqrt ​ 6 ​ ​ ​ ​ ​}{​ \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ ​} = \sqrt ​ 3 ​ ​ ​

\sqrt ​ 3 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 5 ​ ​ ​

\sqrt ​ 3 ​ ​ ​ \cdot \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 6 ​ ​ ​

\sqrt ​ 6 ​ ​ ​ - \sqrt ​ 3 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 3 ​ ​ ​

Slide 9 - Quizvraag

9.2 Rekenen met wortels

\sqrt ​ a ​ ​ ​ \cdot \sqrt ​ b ​ ​ ​ = \sqrt ​ a \cdot b ​ ​ ​

\frac{​ \sqrt ​ a ​ ​ ​ ​ ​}{​ \sqrt ​ b ​ ​ ​ ​} = \sqrt ​ \frac{​ a ​ ​}{​ b ​} ​ ​ ​

m e t b \neq 0

Optellen en aftrekken kan alleen met hetzelfde onder wortelteken

B i j v . 2 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ + 3 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​ = 5 \sqrt ​ 2 ​ ​ ​

Slide 10 - Tekstslide

9.3 Gebroken functies

Je leert hoe je een omgekeerd evenredig verband herkent

Je leert wat een gebroken functie is

Je leert wat asymptoten zijn

Slide 11 - Tekstslide

Omgekeerd evenredig

a \cdot b = 12

Voorbeeld rechthoek

Slide 12 - Tekstslide

Wat weet je van
deze grafiek?

Slide 13 - Woordweb

Gebroken functies

Functie met variabele in de noemer
Geen functiewaarde bij noemer=0

Grafiek is een hyperbool
Horizontale en verticale asymptoot

y = 6 en x = 2

Slide 14 - Tekstslide

9.4 Rekenen met breuken

Je leert hoe je rekent met breuken waarin variabelen voorkomen

Slide 15 - Tekstslide

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 2 x ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} \cdot \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​} =

3 x \cdot \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 x ​}

\frac{​ 3 x ​ ​}{​ 2 x ^{​ 2 ​ ​} ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 2 x ​} - \frac{​ 1 ​ ​}{​ x ​}

Slide 16 - Sleepvraag

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 2 x ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} \cdot \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​} =

3 x \cdot \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 x ​}

\frac{​ 3 x ​ ​}{​ 2 x ^{​ 2 ​ ​} ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 2 x ​} - \frac{​ 1 ​ ​}{​ x ​}

A, B, E

C en D

Slide 17 - Sleepvraag

9.4 Rekenen met breuken

Optellen aftrekken: noemer gelijk of gelijknamig maken

Vermenigvuldigen: teller x teller en noemer x noemer

Vereenvoudigen: teller en noemer door hetzelfde delen

Slide 18 - Tekstslide

9.5 Machtsfuncties

Je leert wat een machtsfunctie is

Je leert hoe een grafiek van een machtsfunctie eruitziet

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Woordweb

Machtsfuncties

f (x) = a \cdot x^{​ n ​ ​}

Grondtal van de macht is een variabele

Even exponent heeft een top

Oneven exponent heeft geen top

Slide 21 - Tekstslide

9.6 Rekenen met machten

Je leert hoe je rekent met machten waarin variabelen voorkomen

Slide 22 - Tekstslide

Schrijf zonder haakjes (met ^)

(3 a^{​ 2 ​ ​} b)^{​ 3 ​ ​}

Slide 23 - Open vraag

Schrijf zonder haakjes (met ^)

(\frac{​ 3 a ​ ​}{​ 2 b ^{​ 2 ​ ​} ​})^{​ 2 ​ ​}

Slide 24 - Open vraag

Schrijf zonder haakjes

(2 + x)^{​ 2 ​ ​}

4 + x^{​ 2 ​ ​}

x^{​ 2 ​ ​} + 2 x + 4

4 + 4 x + 2 x^{​ 2 ​ ​}

x^{​ 2 ​ ​} + 4 x + 4

Slide 25 - Quizvraag

Rekenen met machten

(a \cdot b)^{​ n ​ ​} = a^{​ n ​ ​} \cdot b^{​ n ​ ​}

(\frac{​ a ​ ​}{​ b ​})^{​ n ​ ​} = \frac{​ a ^{​ n ​ ​} ​ ​}{​ b ^{​ n ​ ​} ​}

m e t b \neq 0

Slide 26 - Tekstslide

Oefenen

Test jezelf

Oefenproefwerk

Slide 27 - Tekstslide

Quiz + samenvatting

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Quiz

9.2 t/m 9.6

9.2 t/m 9.6

Machtsfuncties, wortelfuncties en gebroken functies

11.1 Machtsfuncties differentiëren

Hoofdstuk 9, 3 VWO Functies en algebra

Machten, exponenten en logaritmen Les 4

Machten, exponenten en logaritmen Les 3