Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Werkwoorden, verleden tijd herhaling
werkwoorden verleden tijd
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
werkwoorden verleden tijd
Slide 1 - Tekstslide
welke verleden tijden ken je?
Slide 2 - Woordweb
Voltooid verleden tijd
ge + stam+ t
wohnen
wohn
ge+ wohn+ t
gewohnt
Slide 3 - Tekstslide
uitzondering d/t
stam eindigt op d/t : smokkel e
arbeiten
arbeit
ge+ arbeit+ et
gearbeitet
öffnen
zeichnen
rechnen
regnen
atmen
begegnen
Slide 4 - Tekstslide
uitzondering
-ieren
fotografieren -> fotografiert
met voorzetsel
überqueren -> überquert
Slide 5 - Tekstslide
Ich habe meinen Hausaufgaben diese Woche nicht (gedaan).
A
gemachet
B
gemacht
C
gemachd
D
gemachst
Slide 6 - Quizvraag
Ich habe meinen Lieblingsschauspieler (gefotografeerd).
A
gefotografiert
B
gefotografieret
C
fotografiert
D
gefotografierest
Slide 7 - Quizvraag
Es hat gestern den ganzen Tag (geregent).
A
geregnet
B
geregnt
C
geregneret
D
regnet
Slide 8 - Quizvraag
Mein Freund hat mich auf die Party (begeleid).
A
begleitet
B
gebegleit
C
begleit
D
begleitet
Slide 9 - Quizvraag
Modalverben
verleden en tegenwoordige tijd
hulpwerkwoorden
1ste en 3de persoon het zelfde in allebei de tijden
Slide 10 - Tekstslide
mogen
kunnen
houden
van
moeten
moeten
willen
ich
darf
kann
mag
soll
muss
will
wir
dürfen
können
mögen
sollen
müssen
wollen
ich
durfte
konnte
mochte
sollte
musste
wollte
wir
durften
konnten
mochten
sollten
mussten
wollte n
Slide 11 - Tekstslide
Sie (hield van) den Klang dieser Musik nicht
A
magst
B
mag
C
mocht
D
mochte
Slide 12 - Quizvraag
(mochten) ihr damals den Film anschauen? Er war 18+!
A
mochtet
B
mochten
C
durftet
D
durften
Slide 13 - Quizvraag
Ik ken de verleden tijd van de modalverben, ik kan ze óók vertalen!
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 14 - Poll
Verleden tijd zwakke werkwoorden
wonen -
woonden
wohnen -
wohnten
als de stam in de verleden tijd dus niet van klank veranderd
Regel: In het Nederlands een zwak werkwoord: dan in het Duits ook!
Slide 15 - Tekstslide
tegenwoordig
verleden tijd
d/t
ich
wohne
wohn
te
arbeit
ete
du
wohnst
wohn
test
arbeit
etest
er
wohnt
wohn
te
arbeit
ete
sie
wohnt
wohn
te
arbeit
ete
es
wohnt
wohn
te
arbeit
ete
wir
wohnen
wohn
ten
arbeit
eten
ihr
wohnt
wohn
tet
arbeit
etet
sie
wohnen
wohn
ten
arbeit
eten
Sie
wohnen
wohn
ten
arbeit
eten
Slide 16 - Tekstslide
Die Schülerin (voelde) sich nicht wohl und ging nach Hause
A
fühlte
B
fühltete
C
fuhlte
D
fuhltete
Slide 17 - Quizvraag
(Voerde) du deinem Goldfisch jeden Tag Fliegen?
A
fütterst
B
fütterste
C
fütterte
D
füttertest
Slide 18 - Quizvraag
Sie (knuffelde) noch immer mit ihrer toten Schildkröte.
A
kuschelt
B
kuschultest
C
kuscheltet
D
kuschelte
Slide 19 - Quizvraag
Meine Eltern (verkochten) unser Haus für einen guten Preis.
A
verkaufteten
B
verkaufen
C
verkauften
D
vekaufte
Slide 20 - Quizvraag
Nach der Sportstunde (ademde) du sehr schwer!
A
atmest
B
atmetest
C
atmtest
D
atmete
Slide 21 - Quizvraag
Ik kan een zwak werkwoord in de verleden tijd vervoegen
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 22 - Poll
Meer lessen zoals deze
Werkwoorden, verleden tijd herhaling
10 dagen geleden
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Werkwoorden, verleden tijd herhaling
Maart 2023
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3v-24-5-Werkwoorden, verleden tijd herhaling
Mei 2022
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Werkwoorden, verleden tijd herhaling
Juli 2024
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3,4
Anne Frank, das Hinterhaus
September 2022
- Les met
13 slides
door
Anne Frank Stichting
History
Secondary Education
Primary Education
Age 11-13
Anne Frank House
Werkwoorden, verleden tijd herhaling
Mei 2021
- Les met
10 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Duitse werkwoorden (sein, haben, werden, Modalverben, zwak, verleden tijd)
Juni 2022
- Les met
39 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Wiederholung Modalverben und Brief.
Mei 2021
- Les met
33 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3