8.1 afmaken + Simulatie met Energie + Quiz 8.1
1 / 18
Lesduur is: 90 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Als Moos over een horizontale weg fietst is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0
Slide 5 - Quizvraag
Als Moos over een horizontale weg fietst is de arbeid van de spierkracht:
A
positief
B
negatief
C
0
Slide 6 - Quizvraag
Als Moos over een horizontale weg fietst is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0
Slide 7 - Quizvraag
Als een steen naar omhoog beweegt dan is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0
Slide 8 - Quizvraag
Als een steen naar omhoog beweegt dan is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0
Slide 9 - Quizvraag
Als een steen naar beneden valt dan is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0
Slide 10 - Quizvraag
Als een steen naar beneden valt dan is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0
Slide 11 - Quizvraag
Jan houdt een bal van 10 kg vast op een hoogte van 1,2 m. Jan wordt na enige tijd moe omdat..
A
De zwaartekracht arbeid levert
B
Jan arbeid levert op de bal
C
Jans spieren voortdurend in actie moeten zijn
Slide 12 - Quizvraag
In deze situatie levert jouw spierkracht arbeid
In deze situatie levert jouw spierkracht geen arbeid
Je trekt op bij het stoplicht.
Je fietst met constante snelheid op een vlakke weg.
Je remt voor een stoplicht.
Je laat de fiets uitrollen.
Je fietst tegen een helling omhoog.
Je rolt met constante snelheid langs een helling naar beneden.
Slide 13 - Sleepvraag
Een auto rijdt met een constante snelheid. Het energieverbruik van de auto is evenredig met...
A
De afstand
B
De tegenwerkende krachten
C
De voorwaartse kracht van de motor
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn juist
Slide 14 - Quizvraag
Een auto rijdt met een constante snelheid over een vlakke weg. Bekijk de volgende twee uitspraken:
1. De voorwaartse kracht is groter dan de tegenwerkende krachten.
2. De arbeid die de voorwaartse kracht verricht op de auto is groter dan de arbeid die de wrijvingskracht verricht.
1. De voorwaartse kracht is groter dan de tegenwerkende krachten.
2. De arbeid die de voorwaartse kracht verricht op de auto is groter dan de arbeid die de wrijvingskracht verricht.
A
Uitspraak 1 is juist en uitspraak 2 is onjuist
B
Uitspraak 1 is onjuist en uitspraak 2 is juist
C
Uitspraak 1 is juist en uitspraak 2 is juist
D
Uitspraak 1 is onjuist en uitspraak 2 is onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Een satelliet beweegt in een cirkelvormige baan rondom de aarde. De aarde trekt met een kracht Fg,aarde-sat aan de satelliet. Welke van de onderstaande uitspraken is juist?
A
Fg,aarde-sat levert een negatieve arbeid op de satelliet.
B
Fg,aarde-sat levert een positieve arbeid op de satelliet.
C
Fg,aarde-sat levert geen arbeid op de satelliet.
Slide 16 - Quizvraag
Fred trekt met een kracht F van 50 N aan een kar. Kracht F maakt een hoek van 30° met de horizontaal. Fred verplaatst de kar over een afstand van 30 m. Bereken de arbeid die kracht F op de kar verricht.
Slide 17 - Open vraag
Karla heeft een massa van 34 kg en zit op een slee. De vader van Karla trekt met een kracht F onder een hoek van 39° aan de slee. Hierbij verplaatst hij de slee over een afstand van 45 m. De vader van Karla levert hierbij 0,84 kJ aan energie. Bereken de grootte van de kracht F.
