Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
les 6
Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
Muziek
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
Muziek
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 1 - Tekstslide
cool
dit woord wordt vooral gebruikt door jongeren, als zij iets of iemand heel geweldig vinden.
iets wat cool is, is mooi en modern
Zin: Zij ziet er
cool
uit in haar nieuwe outfit.
Zin: Hij doet heel
cool
, hij maakt zich niet zo druk.
Slide 2 - Tekstslide
genieten
plezier hebben; leuk of lekker vinden
zij genoot, hij heeft genoten, wij hebben genoten
niet te genieten
: erg vervelend doen, humeurig, chagrijnig.
Zin
: De vriendinnen
genieten
samen van het mooie weer.
Zin
: Mijn broer is
niet te genieten
, hij heeft een slecht cijfer gehaald.
Slide 3 - Tekstslide
kennen
weten
wat of wie
iets of iemand is, weten
hoe
iets of iemand is
iets
weten
doordat je het geleerd hebt
je laten kennen : iets zeggen of doen waaruit blijkt hoe je echt bent
ik kende, hij kende, wij hebben gekend
Zin
: Ze
kende
de man niet, maar vond het leuk hem te ontmoeten.
Zin
: Ik heb mijn vriendin 25 jaar geleden leren
kennen.
Slide 4 - Tekstslide
schrijven
met een pen woorden op papier zetten of woorden op de computer typen
een tekst maken en op papier zetten
ik schreef, hij heeft geschreven, wij hebben geschreven
Zin
: Kinderen van zes jaar leren lezen en
schrijven.
Zin:
Hij heeft een brief naar de burgemeester
geschreven.
Slide 5 - Tekstslide
uitzoeken
(scheidbaar ww)
1. door onderzoek bepalen
2. sorteren= bekijken en op de goede plaats leggen
3. kiezen = nemen uit verschillende mogelijkheden
Zin
: De meester moet
uitzoeken
wie dat water in de klas heeft gegooid.
Zin
: Wij hebben
uitgezocht
met welke bus wij moeten reizen.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is COOL?
A
Iets wat heel stom is.
B
Iets wat kapot is.
C
Iets wat heel mooi is.
D
Iets wat heel modern is.
Slide 7 - Quizvraag
Maak een zin met "genieten".
Slide 8 - Open vraag
Leg in je eigen woorden uit wat het betekent:
"schrijven"
Slide 9 - Open vraag
Wat doe je als je iets uitzoekt?
A
Iets maken.
B
Iets verstoppen.
C
Iets uitvinden.
D
Iets kapotmaken.
Slide 10 - Quizvraag
Maak een zin met : kennen
Slide 11 - Open vraag
Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!
Slide 12 - Tekstslide
Wij ................. heel veel liedjes, die zingen wij mee.
Slide 13 - Open vraag
De politie heeft een heel ................... uniform.
Slide 14 - Open vraag
Wij ............ dat voor u ....... , zei de politieman tegen onze buurman.
Slide 15 - Open vraag
Tijdens het ...................... van zijn liefdesbrief, viel er een traan op het papier.
Slide 16 - Open vraag
Wij hebben gisteren heel erg ...................., want het zonnetje scheen.
Slide 17 - Open vraag
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.
De woorden:
cool
genieten
kennen
schrijven
uitzoeken
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Woensdag 3 april
Juli 2023
- Les met
26 slides
NT2
ISK
Dinsdag 14 maart 2023
Maart 2023
- Les met
45 slides
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Onregelmatige werkwoorden eten t/m houden
Maart 2024
- Les met
31 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
2.15 voltooid
Maart 2024
- Les met
41 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
Werkwoorden oefenen in verleden en voltooide tijd
Oktober 2024
- Les met
13 slides
NT2
ISK
Werkwoorden oefenen in verleden en voltooide tijd
Oktober 2024
- Les met
13 slides
NT2
ISK
Via Vervolg Deel A Thema 3 H2 Spelling & grammatica
Augustus 2022
- Les met
14 slides
Toets DISK Thema 14
April 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1