Who: gebruiken bij personen.
Which: gebruiken bij dingen.
That: gebruiken bij personen, dieren en dingen.
Als je de bijzin kunt weglaten zonder dat de betekenis van de zin verandert, gebruik je who of which.
Als de bijzin nodig is om te begrijpen over wie/wat de zin gaat, dan kun je who/that/which weglaten.