Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Relative Clauses part 1, class 2, medium
Welcome everyone!
Relative Clauses, part 1
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welcome everyone!
Relative Clauses, part 1
Slide 1 - Tekstslide
Any idea what a relative
clause is right now?
Slide 2 - Woordweb
Relative clauses
Die
extra informatie
staat altijd in een extra stukje zin.
Dit is een bijzin.
I want the dress
which the girl over there is wearing
.
Mandy loves Jason,
who is her boyfriend,
very much.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de bijzin in deze zin:
Carmen likes Lotte, who is still working.
A
Carmen likes Lotte
B
who is still working
Slide 4 - Quizvraag
Noteer de bijzin uit de volgende zin:
My friend, who is nineteen, loves driving her car.
Slide 5 - Open vraag
Relative clauses
Wanneer je
extra informatie
over iemand of iets wilt geven, kun je een betrekkelijk voornaamwoord gebruiken.
I want the dress
which
the girl over there is wearing.
Mandy loves Jason,
who
is her boyfriend, very much.
Slide 6 - Tekstslide
Relative clauses
Who
: gebruiken bij personen.
Which
: gebruiken bij dingen.
That
: gebruiken bij personen, dieren en dingen.
.
Slide 7 - Tekstslide
Welk betrekkelijk voornaamwoord hoort bij de volgende groepen:
Personen
Dingen
Personen, dieren en dingen
which
that
who
Slide 8 - Sleepvraag
Which word do you need?
This is Mary, ...
is taking over my job when I leave.
A
who
B
which
C
that
Slide 9 - Quizvraag
Which word do you need?
We had spaghetti, .... is my favourite meal, for dinner last night.
A
that
B
who
C
which
Slide 10 - Quizvraag
Relative clauses
Er zijn twee soorten bij zinnen:
Met
onmisbare / belangrijke
informatie, zonder die info klopt de zin niet.
She is the girl
who won a million euros
Met
onbelangrijke
informatie, zonder die info klopt de zin wel.
She has a million euros
which she won
.
Slide 11 - Tekstslide
Bij onmisbare / belangrijke informatie kun je het woord which/who ook veranderen in that of weglaten.
Let op! Dan staat er nooit een komma in de zin!
I want the dress
which
the girl is wearing.
I want the dress
that
the girl is wearing.
I want the dress the girl is wearing.
Slide 12 - Tekstslide
Which word do you need?
The bag ....... I love is now on sale!
A
who
B
that
C
which
Slide 13 - Quizvraag
Which word do you need?
I want to read the book........you gave me.
A
which, that , who
B
which, that,
C
who, whose, whom
D
who, that
Slide 14 - Quizvraag
Combine using a relative clause:
People live in Scotland. They are called Scots.
Slide 15 - Open vraag
Combine using a relative clause.
The bag was stolen. I bought it yesterday.
Slide 16 - Open vraag
Combine using a relative clause:
My neighbour is an inventor. He is very good-looking.
Slide 17 - Open vraag
I understand relative clauses and I can use it in a sentence
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 18 - Poll
Meer lessen zoals deze
complex: relative clauses
Januari 2024
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
complex: relative clauses
Januari 2024
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Relative Clauses part 1, class 2, medium
Februari 2023
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
test 4: relative clauses
Februari 2024
- Les met
40 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
4M week 6 les één (online)
Februari 2021
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
4M1 Relative Clauses
Maart 2021
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Les 14
Oktober 2024
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Using fame for good
April 2020
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4