Quiz periode 4
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Observeren doe je met een doel.
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Verschillend waarnemen is dat je iets anders ziet dan een collega
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Dit is een objectieve observatie
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Aanleiding van de observatie
Achtergrond informatie opzoeken over het kind
Vraagstelling opstellen
Observatiemethoden kiezen
Observatie uitvoeren
rapporteren
Antwoord geven op de vraagstelling
De reden voor de observatie
Het kindvolgsysteem bekijken
Wie, wat en waar ga je observeren
Kwalitatief en kwantitatief
10 minuten kwalitatief observeren
Notities netjes in verhaalvorm zetten
F. heeft 8x in 10 minuten op haar telefoon gekeken
Slide 5 - Sleepvraag
Turven hoort bij een kwalitatieve observatie
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
In een objectieve observatie schrijf je eigen interpretaties
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Rapporteren doe je voor een observatie
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Een kindvolgsysteem wordt landelijk gebruikt
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Een kind ontwikkelt zich beter wanneer ouders betrokken zijn
A
waar
B
niet waar
