Laagland Cursus 10

Cursus 10: achttiende eeuw
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

Onderdelen in deze les

Cursus 10: achttiende eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijnaam heeft de achttiende eeuw gekregen?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De naam pruikentijd gebruiken we omdat in deze tijd:
A
Iedereen een pruik droeg
B
De pruik toen werd uitgevonden
C
Rijke mensen een pruik droegen
D
Alle vrouwen een pruik droegen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2 Culturele context

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
H10: verder met literaire context

  • Toets: is echt een leertoets. Zorg dat je de begrippen goed kent;
  • Zorg dat je van de Klucht de namen goed kent en weet wie wat heeft gezegd en m.n. belangrijke zaken als de wijze lessen (spreekwoorden) Welke?
  • Zorg dat je weet hoe je lastige begrippen schrijft, zoals pictura, sciptura en motto / imitatio, translatio, aemulatio
Lees het gedicht. Waarom is dit typisch voor de verlichting? (volgende dia antw.)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke deugd wordt hier geprezen?
A
gehoorzaamheid
B
ijver
C
standvastigheid
D
leergierigheid

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vind je het een geloofwaardig gedichtje?
ja
nee

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat bedoelt Immanuel Kant met: 'Sapere aude!'
A
'Durf in opstand te komen!'
B
'Durf te denken!'
C
'Durf te luisteren!'
D
'Durf te onderzoeken!'

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de verlichting?
A
Uitvinding van de straatlantaarns
B
Steeds meer uitvindingen waarbij kennis belangrijker werd dan geloof
C
Steeds meer uitvindingen die het geloof helpen de bijbel te verklaren
D
Het schrijven van een nieuwe vertaling van de bijbel

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de verlichting staat:
A
ratio/rede centraal
B
geloof centraal
C
natuur centraal
D
spiritualiteit centraal

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

verlichting
Zelfstandig en kritisch denken en op basis daarvan handelen.
* Verlichte denkers zijn optimistisch (de mens is van nature goed; verkeerd gedrag ontstaat door gebrek aan kennis van het goede)
* groot belang onderwijs en opvoeding
* moralistische geschriften
* idee maakbaarheid samenleving

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Burger als individu
Burger ontwikkelde zich als individu
  • zelfbespiegeling
  • aandacht innerlijke leven 
  • aandacht voor gedrag
--> 
dagboeken, brieven, essays, romans.
  • satire
 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kan satire te ver gaan?
ja
nee

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke satirische programma's / artiesten / tijdschriften enz. ken je?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Paarse tekst blz 127: Eise Eisinga
https://www.youtube.com/watch?v=_cCCB90RPxo

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ben jij meer emotioneel of rationeel?
emotioneel
rationeel
beide even zeer

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Neem jij alles klakkeloos aan of check je feiten?
ik neem alles klakkeloos aan
ik check altijd de de feiten
ik check soms de feiten

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

par. 2.3: kunst 
De kunstenaar als opvoeder en opinievormer

Bekijk het satirische schilderij 
(Het werd rumoerig in huis - Cornelis Troost) --> geheel op volgende dia. 

Waarmee wordt gespot? (mk-vraag)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Onderdeel van serie 'Het wordt rumoerig in huis'

De serie is een beeldverhaal, zich afspelend in de avond. Op de eerste prent getiteld Nemo loquebatur (Niemand sprak) is een vertrek afgebeeld, waarin een aantal heren pijprokend bij elkaar zitten. Een haardvuur brandt en de kaarsen zijn net aangestoken. De bediende ontkurkt op de achtergrond een fles wijn. De klok geeft de tijd van 5 uur aan. Op de pastels die hierop volgen staat de klok verder, de kaarsen zijn kleiner, de voorraad wijnflessen is aanzienlijk verminderd, maar vooral het gedrag van de heren verandert van genoeglijk keuvelen, heftig discussiëren tot vrolijke dronkenschap. Met lichte spot en zichtbaar genoegen heeft Troost het verloop van een avondje onder vrienden weergegeven.
Waarmee wordt gespot?
A
de elite
B
de pruikentijd
C
drankmisbruik
D
homoseksualiteit

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou men juist in de verlichting spotten met te veel drankgebruik?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2.4 Classicisme 
Ontstaan in de zeventiende eeuw 
-> vorsten en machthebbers: vooral voor elite.

Achttiende eeuw-> classicisme wordt hergebruikt door burgerij 
Verschil met zeventiende-eeuws classicisme::
  • nadruk op eenvoud, zakelijkheid, regelmaat en heldere lijnen (morele zuiverheid)
  • kunstenaar richt zich qua onderwerp op de burgerlijke wereld (geen waargebeurde historische gebeurtenissen)


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5 muziek
Barokmuziek: gevoelens en passie uitdrukken
  
Luister naar het volgende fragment (scherm niet tonen) en beantwoord daarna devragen.

Welk instrument is dominant?
Welke componist schreef dit stuk?


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk instrument is dominant?
A
het klavecimbel
B
de fluit
C
de piano
D
de viool

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de componist?
A
Bach
B
Beethoven
C
Haydn
D
Mozart

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.5 Muziek
Eerst barokmuziek, over het uitdrukken van gevoelens en passie (vb. Bach)
later die eeuw verandering:
  • Klassieke stijl van Weense school;
  • Ontstaan van symfonieorkest;
  • Componisten zelfbewuster, vrij scheppende kunstenaars 
       --> niet meer in opdracht.
  • Luister naar het volgende fragment en beantwoord de vragen 
      (alleen laten horen, niet laten zien)


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet dit bekende stuk en van wie is het?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

 Het openingsmotief van Beethovens vijfde symfonie werd in de Tweede Wereldoorlog op zenders van de BBC als herkenningsmelodie gebruikt. In morsecode ("••• —" ofwel: "kort-kort-kort-lang") wordt hiermee de letter "V" gesymboliseerd, het V-teken ('victory') stond symbool voor overwinning en vrede en was in 1941 onder velen als zodanig bekend.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

par. 3 Literaire ontwikkelingen
Vanaf 5.50 minuten : 
vlogboek spectatoriale tijdschriften

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kinderliteratuur
In de Verlichting ontstonden nieuwe ideeën over opvoeding.
  • Rousseau: de mens is in wezen goed, maar wordt bedorven door de maatschappij. Kinderen  moeten zoveel mogelijk vrij gelaten worden, dan zullen ze zich vanzelf tot goede mensen ontwikkelen.
Literair gevolg --> ontstaan jeugdlectuur midden 18e eeuw
Belangrijkste Nederlandse jeugdboek: Proeve van kleine gedichten voor kinderen door Hiëronymus van Alphen

Vergelijk Kinder-lyck van Vondel met  De pruimeboom van Van Alphen

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Constantijntje, 't zaligh kijntje,
Cherubijntje, van om hoogh,
D'ydelheden, hier beneden,
Vitlacht met een lodderoog.
Moeder, zeit hy, waarom schreit ghy?
Waarom greit ghy, op mijn lijck?
Boven leef ick, boven zweef ick,
Engeltje van 't hemelrijck:
En ick blinck 'er, en ick drincker,
't Geen de schincker alles goets
Schenckt de zielen, die daar krielen,
Dertel van veel overvloets.
Leer dan reizen met gepeizen
Naar pallaizen, uit het slick
Dezer werrelt, die zoo dwerrelt.
Eeuwigh gaat voor oogenblick.
Constantijntje, 't zaligh kijntje,
Cherubijntje, van om hoogh,
D'ydelheden, hier beneden,
Vitlacht met een lodderoog.
Moeder, zeit hy, waarom schreit ghy?
Waarom greit ghy, op mijn lijck?
Boven leef ick, boven zweef ick,
Engeltje van 't hemelrijck:
En ick blinck 'er, en ick drincker,
't Geen de schincker alles goets
Schenckt de zielen, die daar krielen,
Dertel van veel overvloets.
Leer dan reizen met gepeizen
Naar pallaizen, uit het slick
Dezer werrelt, die zoo dwerrelt.
Eeuwigh gaat voor oogenblick.

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor de toets
  • Leer de begrippen (en bijbehorende namen) goed. Het is echt een leertoets!

Klucht: zorg dat je weet wat...
  • de belangrijke levenslessen zijn;
  • de hoofdpersonages zijn en wat hun rol is;
  • het doel van een klucht was;
  • het motto van Bredero was en hoe dit van toepassing is op de Klucht;
  • hoe de klucht in de gouden eeuw past;
  • wat de klucht vandaag nog kan betekenen.

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

test

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies