Gebruik je lidwoorden de of het
hoort het bijvoeglijk naamwoord bij een zelfstandig naamwoord met lidwoord de of het (de appel, de juf, de leerling, het schaap, het gerecht).......
dan zet je er gewoon een "e" achter
de appel, de lekkere appel
de juf, de aardige juf :-)
de leerling, de lieve leerling
het schaap, het wollige schaap
het gerecht, het heerlijke gerecht