3 het deeltjes model deel 3 (versterkt broeikaseffect)

het deeltjes model deel 1
materie, het model van een stof
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

het deeltjes model deel 1
materie, het model van een stof

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
Een chemische reactie is een reactie waarbij de stoffen (dus ook de moleculen) veranderen.
De stoffen voor de reactie noem je de beginstoffen
De stoffen na de reactie noem je de producten

Een verbrandingsreactie is een speciaal soort chemische reactie.
Een brandstof reageert met zuurstof, dit zijn de begin stoffen.
Bij de reactie ontstaat koolstofdioxide en water, dit zijn de producten.

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van deze les.
  • de fosiele brandstoffen kennen en weten hoe die ontstaan
  • het broeikaseffect kunnen uitleggen
  • het versterkte broeikaseffect kunnen uitleggen
  • de gevolgen van het versterkte broeikaseffect kunnnen opnoemen

Slide 3 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen
Brandstoffen die ontstaan zijn uit planten- en dierenresten (organisch materiaal).
Onderinvloed van hoge druk en warmte (onder aardlagen) ontstaan in een omgeving waar geen zuurstof is.
Zeer langdurig proces.
Net als een fosiel is dit een "afdruk" van organismes die heel lang geleden op aarde hebben geleefd.

Slide 4 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen
De bekendste fossiele brandstoffen zijn:
  • aardolie
  • aardgas
  • steenkool
  • bruinkool

Slide 5 - Tekstslide

Broeikaseffect
De gassen die in de dampkring zitten houden een deel van de zonnewarmte vast zodat de aarde minder afkoelt.
Vooral koolstof-di-oxide, methaan en waterdamp houden de warmte vast.

Doordat we door verbranden van de fossiele brandstoffen extra veel koolstof-di-oxide aan de atmosfeer afgeven wordt er meer warmte vastgehouden, dit is het versterkte broeikaseffect

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Gevolgen van het broeikaseffect
De gemiddelde temperatuur op aarde neemt toe, hierdoor smelten de ijskappen en de gletsjers (permafrost ontdooit) dus de zeespiegel stijgt.
Water zet uit door de warmte dus de zeespiegel stijgt.
Water verdampt ook meer, dus meer waterdamp in de lucht, hierdoor krijg je meer hevigere stortbuien, hardere stormwinden, maar ook drogere periodes (hittegolven) in het algemeen extremer weer.
Ook is er een verschuiving (migratie) van planten en dieren die in een warmer klimaat kunnen leven en uitsterven van planten en dieren die juist in een poolklimaat moeten leven.

Slide 8 - Tekstslide

Wat kunnen we doen?
  • zuinig zijn met energie
  • duurzame energiebronnen
  • milieu bewust worden (voor alle mensen)

Slide 9 - Tekstslide


Waardoor warmt de aarde op?
A
Het broeikaseffect
B
Het versterkte broeikaseffect
C
Global Warming
D
Fake news

Slide 10 - Quizvraag


wat is een voorbeeld van een fossiele brandstof
A
kaarsvet
B
hout
C
bruinkool
D
koolstof-di-oxide

Slide 11 - Quizvraag


welk gas wordt broeikasgas genoemd
A
stikstof
B
zuurstof
C
aardgas
D
koolstof-di-oxide

Slide 12 - Quizvraag


Wat is geen gevolg van het versterkte broeikas effect
A
de zeespiegel stijgt
B
extremer weer
C
uitsterven van planten en dieren
D
groei van de gletsjers en poolkappen

Slide 13 - Quizvraag


Wat kun je doen tegen het versterkte broeikaseffect
A
vaker met het vliegtuig op vakantie naar koudere gebieden
B
duurzame energiebronnen gebruiken
C
airco aandoen
D
niets

Slide 14 - Quizvraag

Doelen van deze les.
  • de fosiele brandstoffen kennen en weten hoe die ontstaan
  • het broeikaseffect kunnen uitleggen
  • het versterkte broeikaseffect kunnen uitleggen
  • de gevolgen van het versterkte broeikaseffect kunnnen opnoemen

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk:
  • lezen hoofdstuk 7 paragraaf 1
  • laten zien dat je vragen af zijn
  • leren woordenlijst 
  • leren hoofdstuk 7 paragraaf 1

Slide 16 - Tekstslide