Quiz Bewegingsvormen LE06
1 / 16
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wanneer hebben het over bewegingsvormen?
A
inhoud van de les
B
inhoud van het lvf
C
oefenstof van de les
D
leervoorstel van de les
Slide 2 - Quizvraag
Op welke basis maak je een keuze voor de bewegingsvormen van je les?
A
lesopbouw
B
beginsituatie
C
geformuleerde doelstelling
D
evaluatie
Slide 3 - Quizvraag
Waar sluit de bewegingsvormen op aan?
A
evaluatie
B
doelstelling
C
De les
D
beginsituatie
Slide 4 - Quizvraag
Aan welke eisen moeten de bewegingsvormen aan voldoen?
A
veilig zijn
B
betekenisvolzijn
C
differentiatie mogelijk maken
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 5 - Quizvraag
De stapsgewijze, gefaseerde opbouw van een aantal bewegingsvormen om tot een bepaald doel te komen is?
A
leergang
B
didactische hulpmiddelen
C
methodiek
D
didactiek
Slide 6 - Quizvraag
Op basis van de beginsituatie en de doelstelling kies je bewegingsvormen.
Klopt dit of niet?
Klopt dit of niet?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
In de evaluatie moet je nagaan of de gekozen bewegingsvorm aan je verwachtingen heeft voldaan.
Waar of niet waar?
Waar of niet waar?
A
niet waar
B
waar
Slide 8 - Quizvraag
Waar zijn de bewegingsvormen gericht op als iemand technisch en tactisch beter wil worden?
A
ontstpanning
B
ontwikkeling
C
recreatie
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 9 - Quizvraag
Welke eis hoort bij het lesdoel 'arrangementen op meerdere niveaus'?
A
concentratieboog
B
belevingswaarde
C
betekenisvol
D
differentiatie mogelijk maken
Slide 10 - Quizvraag
Waarvoor moet je zorgen als je wilt streven naar een zo intensief mogelijke les?
A
differentiatie op elke deelnemer zetten
B
juiste afwisseling tussen arbeid en rust
C
zorgt ervoor dat je deelnemers weinig vragen stellen
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een voordeel van de deelmethode bij het aanleren van een bewegingsvorm?
A
de lesgever gebruik kan maken van zijn deskundigheid
B
dat je van je gehele beweging uitgaat
C
bewegingsvormen zijn vaak duidelijk bij de deelnemers
D
bewegingsvormen betekenisvol zijn
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een nadeel van de totaalmethode?
A
veel bewegingen zijn in de basisvorm nog te moeilijk voor beginners
B
Het vraagt veel van het inzicht en ervaring van de lesgever
C
beide antwoorden zijn goed
Slide 13 - Quizvraag
Wat werkt NIET bij het veranderen van de bewegingssituatie?
A
differentiëren
B
evalueren
C
nieuwe aanwijzingen geven
D
Alle antwoorden zijn fout
Slide 14 - Quizvraag
Wat doe je tijdens of ten slotte bij de evaluatie?
A
of je de doelstelling hebt gehaald
B
Of je de gekozen bewegingsvormen hebben voldaan
C
Beide antwoorden zijn goed
Slide 15 - Quizvraag
Waar staat het kopje bewegingsvormen in het didactisch model?
A
Links
B
Boven
C
Onder
D
Rechts
