Les 11

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Theorie Les en Leidinggeven

Hoofdstuk 6 Bewegingsvormen

Evaluatie

Les / training

Doelstelling

Beginsituatie

Organisatie

Les opbouw

Bewegingsvormen

Samenhang

Hoofdstuk 06 Bewegingsvormen

Wat is een bewegingsvorm?

Welke eisen zijn er vanuit het didactisch model voor een bewegingsvorm?

Welke eisen zijn er voor een bewegingsvorm?

Bewegingsvormen

= de inhoud van een les

zijn alle sport- en bewegingsactiviteiten die de sportleider laat uitvoeren door de SB-deelnemers om de doelstellingen te bereiken.

Functies van bewegingsvormen

1.  Ontspanning en recreatie
   
   
2.   Maatschappelijke activering
   
   
3. Ontwikkeling sporttechniek en sporttactiek
   
   
4. Stimulering van bewegingsvaardigheden

1. Didactische eisen

1. Aansluiten bij beginsituatie

2. Bijdragen aan het behalen van de doelstelling

3. Gebaseerd op de evaluatie van voorgaande lessen

2. Eisen gesteld aan de bewegingsvormen

1. Veilig 

2.Betekenisvol 

3.Voldoende belevingswaarde en afwisseling hebben

4. Optimale intensiteit 

5. Differentiatie mogelijk maken

6. Methodisch goed opgebouwd zijn.

Verwerkingsopdrachten 

Hoofdstuk 06 

Verwerkingsopdrachten (6.7)

Maak opdracht 3 t/m 6

Methodiek

Maar welke weg moet je nu bewandelen om dit te bereiken? 

In welke volgorde moet je de gekozen bewegingsvormen aanbieden om succes te hebben? 

Algemene methodische principes

1. Sluit aan bij bekende en beheerste bewegingsvormen.
   
2. De bewegingsvormen gaan van makkelijk naar moeilijk 
   (het is geleidelijk opgebouwd)
   
   

Makkelijk	Moeilijk
Bewegingsvormen in een rustig tempo Voorbeeld: Dribbelvormen in rustig tempo.	Bewegingsvormen in een hoog tempo Voorbeeld: Dribbelvormen in zo hoog mogelijk tempo (sprintvormen).

Algemene methodische principes

• 3. De bewegingsvormen gaat van enkelvoudig naar samengesteld (Complex)
  
  
  Van schijnbeweging om pion naar passeren van een tegenstander
  
  
  Van werpen van een bal op doel naar een sprongschot op doel
  
  

Algemene methodische principes

4. Bewegingsvormen nemen in moeilijkheid toe op basis van veranderingen op organisatieniveau en/of op leervoorstelniveau. 

Organisatie aanpassen: Balanceren	Leervoorstel veranderen: Klauteren
Balanceren omgekeerde bank Hoger maken Schuin maken Bewegend maken	Recht omhoog en omlaag Schuin omhoog en omlaag Van voorzijde naar achterzijde
Leervoorstel blijft lopen over de bank	De organisatie blijft hetzelfde; een schuin wandrek

Methoden

1. Deelmethode 
   
   
   
2. Totaalmethode

Deelmethode 

1. Deelmethode 
   Bij de deelmethode deel je een beweging op in een aantal kleine stukjes.
   Smash volleybal

• Los de aanloop oefenen
• Alleen de smash oefenen
• Aanlopen + springen + slaan zonder bal
  Aanlopen + springen + slaan met de bal

Wat zijn de voordelen en nadelen?

Deelmethode 

Voordelen	Nadelen
Kleine stapjes -> Overzicht	Aan elkaar plakken is lastig
Veel corrigeren op de beweging	Eindfase ontbreekt -> Motivatie
Kans op succesbeleving is hoger	Lange termijn minder interessant
Minder kans op blessures	Klopt het geleerde wel bij einddoel

Totaalmethode

2. Totaalmethode 
De beweging in zijn geheel aanleren.

• De service bij tennis
  

Bal opgooien en serveren in ander vak 
Accenten op:

het moment en de plaats van de bal raken

het tempo waarin de deelnemer de beweging uitvoert verhogen

de richting waarin de deelnemer de bal slaat, het plaatsen van de bal

Wat zijn de voordelen en nadelen?

Totaalmethode

Voordelen	Nadelen
Einddoel is meteen zichtbaar	Voor beginners erg lastig
Het is betekenisvol in de situatie waar ze in oefenen	Teveel in 1x aanleren
	Vraagt veel kennis en ervaring

Verwerkingsopdrachten 

Hoofdstuk 06 

Verwerkingsopdrachten (6.7)

Maak opdracht 9 + 10 

Quiziz