Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H22 vr 10-1-2025
H22 vr 10-1-2025
Vandaag:
Even oefenen theorie Lezen
Nakijken huiswerk opdr 1 tm 4 blz 26 tm 28
Maken opdr 5 en 6 blz 29/ 30
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H22 vr 10-1-2025
Vandaag:
Even oefenen theorie Lezen
Nakijken huiswerk opdr 1 tm 4 blz 26 tm 28
Maken opdr 5 en 6 blz 29/ 30
Slide 1 - Tekstslide
Hoe formuleer je het onderwerp van een tekst?
A
In een hele zin
B
Een kleine samenvatting
C
In een woord of een paar woorden
D
Altijd in minimaal 3 woorden
Slide 2 - Quizvraag
Wat voor tekstverband geeft het signaalwoord 'immers' aan?
A
redengevend
B
oorzakelijk
C
opsommend
D
tegenstellend
Slide 3 - Quizvraag
Wat voor tekstverband geeft het signaalwoord 'hoewel' aan?
A
redengevend
B
oorzakelijk
C
opsommend
D
tegenstellend
Slide 4 - Quizvraag
Wat voor tekstverband geeft het signaalwoord 'daarnaast' aan?
A
redengevend
B
oorzakelijk
C
opsommend
D
tegenstellend
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
een zin die samenvat over datgene wat er over het onderwerp wordt gezegd
B
mening van de schrijver
C
waar de tekst overgaat
D
de kernzin van de tekst
Slide 6 - Quizvraag
Hoe formuleer je de hoofdgedachte van een tekst?
A
in een woord of paar woorden
B
in een vraagzin
C
in een hele zin
D
in een alinea
Slide 7 - Quizvraag
Is het eerste
argument
een feit of
een mening?
A
feit
B
mening
Slide 8 - Quizvraag
Is het tweede
argument
een feit of
een mening?
A
feit
B
mening
Slide 9 - Quizvraag
De laatste zin:
feit, mening,
argument of conclusie?
A
feit
B
mening
C
argument
D
conclusie
Slide 10 - Quizvraag
De gehele tekst op laatste zin na: feit, mening, argument of conclusie?
A
feit
B
mening
C
argument
D
conclusie
Slide 11 - Quizvraag
Feit, mening
of argument?
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 12 - Quizvraag
Wat zijn argumenten? Argumenten zijn ...
A
Belangrijke woorden in een tekst die een verband aangeven
B
Woorden die de mening van de schrijver aangeven
C
Een onderbouwing van de reden waarom je iets doet of niet doet
D
Voorbeelden die gegeven worden in de tekst
Slide 13 - Quizvraag
Herken het argument.
A
Ben je gek?
B
Ik vind Valentijn echt belachelijk.
C
Het is gewoon een excuus om rozen en chocolade te verkopen.
D
Je hoeft niet altijd iets te kopen om Valentijn te vieren...
Slide 14 - Quizvraag
Maken:
Blz 29/30 opdr 5 en 6
Slide 15 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Herh. Lezen H1-4 - les 2 - 2M1
Juni 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
leesvaardigheid_klas2_herhalen_alles
Juni 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Lezen les 7
December 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lezen les 8
April 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
leesvaardigheid
September 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Do 24 nov alineaverbanden en signaalwoorden
Juni 2023
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3,4
Lezen (20 april)
April 2022
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
2mh lezen
November 2018
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2