De Werking en Eigenschappen van Zetmeel

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je de werking en het belang van zetmeel in het binden van vocht uitleggen.
  • Aan het einde van de les kun je het verschil tussen amylose en amylopectine en hun specifieke eigenschappen beschrijven.
  • Aan het einde van de les kun je het proces van verstijfselen en retrograderen uitleggen.
  • Aan het einde van de les kun je de verschillende soorten zetmeel en hun toepassingen benoemen.
1 / 6
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 6 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je de werking en het belang van zetmeel in het binden van vocht uitleggen.
  • Aan het einde van de les kun je het verschil tussen amylose en amylopectine en hun specifieke eigenschappen beschrijven.
  • Aan het einde van de les kun je het proces van verstijfselen en retrograderen uitleggen.
  • Aan het einde van de les kun je de verschillende soorten zetmeel en hun toepassingen benoemen.

Slide 1 - Tekstslide

De werking van zetmeel: binden van vocht
  • Zetmeel bindt vocht door de inhoud van amylose en amylopectine.
  • Amylose vormt een sterk netwerk met watermoleculen.
  • Amylopectine heeft bolvormige ketens die water opsluiten.
  • Zetmeel kan verstijfselen bij verhitting en een gel vormen bij afkoeling.

Slide 2 - Tekstslide

Amylose en amylopectine: structuren en eigenschappen
  • Amylose bestaat uit lange rechte ketens van glucosemoleculen.
  • Amylopectine heeft bolvormige ketens van glucosemoleculen.
  • Amylose vormt een sterker netwerk met water dan amylopectine.

Slide 3 - Tekstslide

Verstijfselen en retrograderen: processen en gevolgen
  • Verstijfselen: zetmeelkorrels zwellen en nemen water op bij verhitting.
  • Retrograderen: amylosemoleculen keren terug naar hun oorspronkelijke vorm en stoten water af.
  • Verstijfseld zetmeel vormt een gel, terwijl retrograderend zetmeel harder wordt.

Slide 4 - Tekstslide

Soorten zetmeel: verschillen en toepassingen
  • Worteldelen en knolgewassen: goede bindkracht, gebruikt in sauzen en soepen.
  • Granen: minder bindkracht, gebruikt in bakkerijproducten en desserts.

Slide 5 - Tekstslide

Definitielijst
  • Amylose: een koolhydraat dat bestaat uit lange rechte ketens van glucosemoleculen.
  • Amylopectine: een koolhydraat met bolvormige ketens van glucosemoleculen.
  • Verstijfselen: het proces waarbij zetmeelkorrels opzwellen en water opnemen bij verwarming.
  • Retrograderen: het proces waarbij amylosemoleculen terugkeren naar hun oorspronkelijke vorm en water afstoten.

Slide 6 - Tekstslide