Vitale functies

De vitale functies
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

De vitale functies

Slide 1 - Tekstslide

Vitale functies van het lichaam

  • Ademhaling

  • Bewustzijn

  • (Bloed) Circulatie

Slide 2 - Tekstslide

Vitale functies bewaken
Ademhaling
Bloeddruk
Hartslag
Temperatuur
Bewustzijn

Hoe observeren we deze? 

Slide 3 - Tekstslide

symptomen van problemen met vitale functies

  • roodheid
  • hoofdpijn
  • duizeligheid
  • moeheid
  • rillingen

Slide 4 - Tekstslide

Ademhaling
  • In en uitademen​
  • Ademhalingscentrum ​
  • Zuurstof in het lichaam naar de vitale delen​
  • Koolzuurgas uit het lichaam​
  • Alle lichaamscellen hebben zuurstof nodig​
  • Ademhalingsvormen​
  • Borstademhaling, tussenribspieren​
  • Buikademhaling, middenrif en buikspieren







Slide 5 - Tekstslide

controleren van de ademhaling
Frequentie​

Ademritme​

Diepte​
Ademgeluid​
Adembeweging




Slide 6 - Tekstslide

En verder
  • 12 tot 20 per minuut​
  • Pauzes zijn regelmatig​
  • Diepte is gelijkmatig​
  • Niet hoorbaar​
  • Neusvleugelen, intrekken borstkast, tuiten lippen, hoge schouders




Slide 7 - Tekstslide

Afwijkende ademhaling
  • Hyperventilatie, te snelle en te diepe ademhaling​
  • Kussmaul ademhaling, regelmatige diepe ademhaling bij diabetisch coma​
  • Cheyne stokes, onregelmatig, ongelijkmatige diepe ademhaling afgewisseld met apnoe. ​
  • Bradypnoe, te langzame ademhaling​
  • Tachypnoe, te snelle ademhaling​
  • Inspiratoire en expiratoire stridor​
  • apnoe






Slide 8 - Tekstslide

Lichaamtemperatuur 
Is vrijwel constant en wordt bepaald door evenwicht productie en afgifte van warmte​
Lichaam verliest warmte via:​
  • De uitademing​
  • De huid​
  • Uitscheiding, urine en ontlasting




Slide 9 - Tekstslide

Normale temperatuur
  • 37,3 ​
  • ‘s avonds 0,3 hoger​
  • Bij kinderen 0,5 hoger dan bij een volwassene


Slide 10 - Tekstslide

Controleren van de temperatuur
  • Rectaal --> rectum. Nauwkeurig Axillair  oksel. + 0,5 graden​
  • Sublinguaal -->  tong + 0,3 graden​
  • Femoraal-->lies +0,5 graden​
  • Intra- auraal -->oor. Nauwkeurig 



Slide 11 - Tekstslide

Afwijkende lichaamstemperatuur
  • Hypothermie, ondertemperatuur, ↓dan 36 graden​
  • Subfebriele temperatuur, verhoging, 37,5 en 38 graden​
  • Febris (koorts), ↑dan 38 graden​
  • Hyperthermie, ↑ dan 40 graden​
  • Hyperpyrexie, ↑ dan 42 graden




Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Afwijkende lichaamstemperatuur
Koude Rilling:​

  • Koudestadium​
  • Warmtestadium​
  • transpiratiestadium


Slide 14 - Tekstslide

Zorg bij koorts
  • Bieden van rust​
  • Goede ventilatie in de kamer​
  • Voldoende vocht en voeding​
  • Goede lichaamsverzorging​
  • Goede mondverzorging ​
  • Aandacht voor een koortsdelier​
  • Controles






Slide 15 - Tekstslide

Bloeddruk
Systolische druk​

  • Bovendruk, bij het samentrekken van het hart​
Diastolische druk​
  • Onderdruk, bij het ontspannen van het hart​
  • fysiologie bloeddruk​
Wil je verdiepen?: uitgebreide fysiologie bloeddruk​
  • RR120/80 volw man​
  • RR115/75 volw vrouwen​
  • RR165/90 bejaarden









Slide 16 - Tekstslide

Controleren van de bloeddruk
  • Bovenarm met behulp van een tensiemeter.​
Let op:​
  • Is de zorgvrager ontspannen​
  • Heeft hij/zij net gegeten​
  • Rookt de zorgvrager​
  • Heeft hij/zij pijn





Slide 17 - Tekstslide

Afwijkende bloeddruk
Hypertensie.
De diastolische druk (onderdruk) is hoger.
Licht verhoogd bij 95 -99
Matig verhoogd bij 100 – 104
Ernstig verhoogd bij 105 en hoger
Animatie
Gevaren hoge bloeddruk
Hypotensie.
Waarden zijn moeilijk aan te geven
Zorgvrager is duizelig, ziet bleek, voelt klam, en kan flauwvallen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Bloeddruk meten
  • Arm, welke?
  • Manchet, welke?
  • Auscultatie?
  • Palpatie?
  • Risico’s?
Wat als…., laag, hoog, enz.

Slide 21 - Tekstslide

Let op!
Niet aan deze arm!
  • een infuus
  • een verlamming
  • een borst amputatie
  • een arm met een wond
  • een kant van een pacemaker.

Slide 22 - Tekstslide