Adelbertles brugklas feit en mening + standplaatsgebondenheid

Adelbertles geschiedenis
brugklas Historische vaardigheden
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Adelbertles geschiedenis
brugklas Historische vaardigheden

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Herhaling vorige les: bronnen indelen in soorten
  • Uitleg feit en mening + standplaatsgebondenheid
  • Oefenen met het herkennen van feit en mening + standplaatsgebondenheid

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een geschreven en ongeschreven bron?

Slide 3 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een primaire en secundaire bron?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 6 - Open vraag

Feit en mening
• Feit: iets wat echt is gebeurd, dit kan gecontroleerd worden.
• Mening: iets wat iemand vind van iets / iemand anders. Dit is dus niet altijd waar.


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Feit
Mening
Geschiedenis is een interessant  vak.
Geschiedenis is een moeilijk vak om te leren.
Geschiedenis is een vak waarbij je leert over het verleden.
Geschiedenis is een vak waar je werkt met bronnen.

Slide 9 - Sleepvraag

Feit
Mening
Anne Frank leefde tijden WOII
Anne Frank heeft een mooi boek geschreven.
Het dagboek van Anne Frank is een indrukwekkend boek.
Anne Frank heeft een boek geschreven over de oorlog.

Slide 10 - Sleepvraag

Aandachtspunten bij feiten en meningen:
• Is de informatie van de bron betrouwbaar
• Geven verschillende bronnen dezelfde informatie
• Wordt de persoon die informatie geeft vanuit zijn/ haar ‘standplaats’ beïnvloed? (standplaatsgebondenheid)
• Is er voldoende bewijsmateriaal?

Slide 11 - Tekstslide

Waar kun je op letten bij de vraag of bronnen betrouwbaar zijn?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

Welke afbeelding (links of rechts) geeft denk je een betrouwbaarder beeld? Leg ook uit waarom?

Slide 14 - Open vraag

Standplaatsgebondenheid
Standplaatsgebondenheid betekent dat iemand zijn denken en handelen wordt bepaald door zijn/haar achtergrond en de tijd waarin deze persoon leeft. Het gaat dus om de ‘’standplaats’’ van deze persoon in de wereld en de geschiedenis.
• Achtergrond: de volgende zaken kunnen de kijk van iemand op een bepaalde situatie bepalen: leeftijd, geslacht, geloof, cultuur, sociale positie, land waarin iemand leeft, opvoeding, persoonlijke ervaringen enzovoort.
• Tijd: ook de tijd waarin men leeft is bepalend. Als wij iets lezen over vroeger vinden wij dat nu misschien heel raar terwijl mensen in die tijd het heel gewoon vonden. Iedere tijd heeft zijn eigen manier van denken.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide



Standplaatsgebondenheid is?
A
Als je je eigen mening gebruikt.
B
Als je beïnvloed wordt door je eigen achtergrond.
C
Als je geen kennis hebt over het onderwerp.
D
Als je beïnvloed wordt door je geloof.

Slide 17 - Quizvraag

Wat draagt allemaal bij aan iemands 'standplaatsgebondenheid'?

Slide 18 - Woordweb



Positief of negatief


1. Een Romein schrijft een stukje over gladiatorengevechten
2. Iemand uit onze tijd schrijft een stukje over gladiatorengevechten

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit waarom de mening van de Romein wordt beïnvloed door de tijd waarin hij leeft.

Slide 20 - Open vraag



Positief of negatief


1. Een plantagehouder uit de 17e eeuw vertelt over de slaven op zijn plantage.
2. Een activist van BLM vertelt over de slaven die op plantages werkten. 

Slide 21 - Tekstslide

Leg uit waarom de mening van Black Lives Matter activist wordt beïnvloed door de tijd waarin hij leeft.

Slide 22 - Open vraag