Voer het linkerlid van de vergelijking in bij y1 en het rechterlid bij y2.
Noteer welke optie van de GR je gebruikt.
Geef alle oplossingen in het gevraagde aantal decimalen of rond zelf verstandig af.
Slide 7 - Tekstslide
Vergelijkingen en ongelijkheden grafisch-numeriek oplossen
Om de vergelijking f(x) = 0 grafisch-numeriek op te lossen, voer je de formule in bij y1 en gebruik je de optie nulpunt.
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld
Los op. Rond af op drie decimalen.
a. 0,2x3 -2x + 2 = 0
b. x3 -8x = 5 - x2
Slide 9 - Tekstslide
Vergelijkingen en ongelijkheden grafisch-numeriek oplossen
Bij het oplossen van de ongelijkheid f(x) < g(x) waarbij je niet algebraïsch te werk hoeft te gaan, mag je de vergelijking f(x) = g(x) grafisch-numeriek oplossen.
Ga verder te werk zoals je bij het algebraïsch oplossen van ongelijkheden hebt geleerd,
dus schets de grafieken van f en g en lees uit de schets de oplossing af.