3.1 Formules van stoffen

Formules van stoffen
Paragraaf 3.1
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Formules van stoffen
Paragraaf 3.1

Slide 1 - Tekstslide

Formules elementen
Elementen = niet-ontleedbare stoffen
Meeste elementen zijn één atoom
Zeven elementen komen voor als twee-atomige
moleculen.

Claire Fietst Naar Haar Oma In Brabant.


Slide 2 - Tekstslide

Van molecuulformule naar naam (1)
1. Noteer de namen van de symbolen
2. Noteer het Griekse telwoord van elke index voor de atoomsoort. (mono alleen bij tweede atoomsoort)
3. Zet de uitgang ide achter laatste atoomsoort

Slide 3 - Tekstslide

griekse telwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Van molecuulformule naar naam (2)
De naam van het laatste element verandert een beetje (-ide):
- chloor => chloride
- zwavel => sulfide
- zuurstof => oxide 

Slide 5 - Tekstslide

Systematisch naamgeving

Slide 6 - Tekstslide

Stoffenlijst uitdelen
Deel 1+2: symbolen atomen
Deel 3: symbolen elementen
Deel 4: symbolen verbindingen (niet allemaal volgens systematische naamgeving)

Slide 7 - Tekstslide

Welke van de volgende stoffen bestaat altijd uit 2 atomen?
A
Fluor
B
fosfor
C
zink
D
kwik

Slide 8 - Quizvraag

Waarmee geef je aan dat er 5 van een aantal atomen in een molecuul aanwezig zijn?
A
Tetra
B
tri
C
di
D
Penta

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de naam van:
A
fosforchloride
B
fosforpentachloor
C
fosforpentachloride
D
pentachloorfosforide

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de naam van


SiBr4(s)
A
siliciumbromide
B
siliciumtribromide
C
siliciumtetrabromide
D
siliciumpentabromide

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de naam van
C4H10
A
Methaan
B
Ethaan
C
Propaan
D
Butaan

Slide 12 - Quizvraag