Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
woordenschat gr. 7 week 5 les 1A "Bewegen, sport en spel"
Wat betekent "aanstormen"?
A
het gaat hard stormen
B
snel en hard dichterbij komen
C
het wordt onrustig
D
er komt iets aan
1 / 12
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Taal
Basisschool
Groep 7
In deze les zitten
12 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat betekent "aanstormen"?
A
het gaat hard stormen
B
snel en hard dichterbij komen
C
het wordt onrustig
D
er komt iets aan
Slide 1 - Quizvraag
Wat betekent een afstand "afleggen"?
A
een bepaalde afstand lopen of rijden
B
een bepaalde afstand meten
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent "atletisch"?
A
sterk
B
lang
C
sterk en sportief
D
sportief en gespierd
Slide 3 - Quizvraag
De concurrent is iemand die....
A
een medespeler
B
vriendschap wil sluiten
C
jou vijandig gezind is
D
jou of anderen probeert te verslaan
Slide 4 - Quizvraag
De estafette is een ....
A
een snelheidswedstrijd
B
een snelheidswedstrijd tussen teams waarbij ieder teamlid een stukje aflegt
C
een snelheidswedstrijd die je in je eentje aflegt
D
een teamsport
Slide 5 - Quizvraag
Wat is "de koploper"
A
iemand die tijdens de wedstrijd op zijn kop loopt
B
iemand die tijdens de wedstrijd lijkt te gaan verliezen
C
iemand die tijdens de wedstrijd het beste is en lijkt te gaan winnen
D
iemand die tijdens de wedstrijd een rood hoofd heeft
Slide 6 - Quizvraag
als je iemand ontwijkt, dan....
A
zorg je ervoor dat je iemand raakt
B
zorg je ervoor dat je iemand niet raakt
C
zorg je ervoor dat je iemand bereikt
D
zorg je ervoor dat je iemand spreekt
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de betekenis van
"rakelings"?
A
heel vlak langs iets of iemand heengaan
B
veel afstand van iets of iemand houden
C
iemand raken
D
iemand niet raken
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de betekenis van
"sjokken"?
A
zwaar en slepend lopen
B
snel lopen
C
langzaam lopen
D
op je tenen lopen
Slide 9 - Quizvraag
Wanneer je ergens heen
"snelt" dan ...
A
loop je ergens naartoe
B
loop of ren je ergens snel naartoe
C
sjok je ergens naartoe
D
rijd je ergens naartoe
Slide 10 - Quizvraag
Wat is "tactiek"?
A
een doel dat je wilt halen
B
een machine
C
een plan wat je maakt om een doel te halen
D
een gerecht
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de betekenis van
"vrijetijdsbesteding"?
A
de dingen die je vrij maken
B
de dingen die je doet als je tijd hebt
C
de dingen die je doet om vrij te zijn
D
de dingen die je doet in de tijd dat je niet naar school hoeft of niet hoeft te werken
Slide 12 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Blok 2, Les 1: bewegen, sport en spel
September 2022
- Les met
24 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Blok 2 herhalen
Oktober 2022
- Les met
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Taal woordenschat thema 6 les 2
Februari 2024
- Les met
13 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Taal blok 6 introductie
Februari 2021
- Les met
17 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Taal thema 1 en 2
September 2017
- Les met
15 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Woorden 4.5 - 3 kader
Mei 2020
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woorden 4.5 - 3 basis
Maart 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
spel in (psycho)therapie
September 2022
- Les met
40 slides
Gedragswetenschappen
Hoger onderwijs