Basisstof 4 Voedselverwerking kader

2 minuten voordat de les begint
Fijn dat je er bent!
Check:
  • je telefoon in telefoonzak?
  • boeken/ laptop/ etui op tafel?
  • laptop blijft dicht
  • ls de timer afgelopen dan begint de les
timer
2:00
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

2 minuten voordat de les begint
Fijn dat je er bent!
Check:
  • je telefoon in telefoonzak?
  • boeken/ laptop/ etui op tafel?
  • laptop blijft dicht
  • ls de timer afgelopen dan begint de les
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • herhaling 2.1 t/m 2.3 (quiz)
  • uitleg 2.4
  • zelfstandig aan het werk met 2.4

Slide 2 - Tekstslide

Een voedingsgewoonte kan afhangen van:
A
religie
B
klimaat
C
wat je lekker en/of belangrijk vindt
D
alle antwoorden zijn waar

Slide 3 - Quizvraag

Voorbeelden van plantaardige voedingsmiddelen zijn
A
bloemkool, banaan en melk
B
aardbei, broccoli en vis
C
brood, komkommer en tomaat
D
aardappel, ei en prei

Slide 4 - Quizvraag

Voorbeelden van dierlijke voedingsmiddelen zijn:
A
eieren, melk en vlees
B
wortel, vis en yoghurt
C
pompoen, kaas en speklappen
D
kwark , vis en radijs

Slide 5 - Quizvraag

Koolhydraten is een verzamelnaam voor:
A
Zetmeel en vetten
B
zetmeel en vitaminen
C
zetmeel en eiwit
D
zetmeel en suiker

Slide 6 - Quizvraag

IJzer, keukenzout en kalk zijn voorbeelden van
A
Vitaminen
B
Mineralen
C
Vetten
D
Eiwitten

Slide 7 - Quizvraag

De zes groepen voedingsstoffen zijn:
A
eiwitten, suiker, zetmeel, vetten, water en vitaminen
B
eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen
C
eiwitten, suiker, mineralen, vitaminen, vezels en water
D
eiwitten, mineralen, koolhydraten, vezels, vetten en vitaminen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is niet waar?
A
Voedingsvezels zijn voedingsstoffen
B
Voedingsvezels zorgen voor een vol gevoel
C
Voedingsvezels zorgen voor goede darmwerking
D
Voedingsvezels zijn celwanden van plantaardige cellen

Slide 9 - Quizvraag

Jodium is een indicator voor..
A
glucose
B
vetten
C
zetmeel
D
eiwitten

Slide 10 - Quizvraag

Schadelijke schimmels en bacteriën gaan dood door verhitten
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Marieke heeft vaak diarree en buikpijn. Ook is ze vaak heel moe. Met haar klachten gaat ze naar de dokter. Na een paar onderzoeken blijkt dat ze niet tegen gluten kan. Gluten zitten in granen, zoals tarwe. De arts zegt dat ze een glutenvrij dieet moet volgen. Ze mag niks meer eten waar gluten in zitten. Dat betekent dat ze geen brood, beschuit, crackers, gebak, koek en pasta meer mag eten. Soms zitten gluten ook in soep, saus, worst en gehakt. Marieke vindt het moeilijk om zo veel dingen niet meer te mogen eten. Maar sinds ze dit glutenvrije dieet volgt, voelt ze zich veel beter!
Waardoor veranderen de voedingsgewoonten van Marieke?
A
door haar gezondheid
B
door haar religie
C
door het klimaat

Slide 12 - Quizvraag

Uit welke 3 vakken komt
het gerecht pasta met gehakt en salade?
A
vak 2 - 4 - 5
B
vak 2 - 3 - 4
C
vak 1 - 4 - 5
D
vak 1 - 2 -3

Slide 13 - Quizvraag

Uit vak 1 mag je meer eten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Een appel is een
ongezond
tussendoortje
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Als je slaapt, gebruik je een beetje energie.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Als je slaapt, gebruik je net zo veel energie als tijdens een wandeling.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Als je slaapt, rust je uit, je gebruikt dan geen energie.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Thema 2 Voeding en vertering
De basisstoffen:
1. Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2. Gezonde voeding
3. Hoeveel is gezond?
4. Voedselverwerking
5. Voedselbereiding
6.Het verteringsstelsel
7. De organen voor vertering
8. Je gebit

Slide 19 - Tekstslide

De leerdoelen
  • Je weet wat er met samengestelde producten wordt bedoeld
  • Je weet wat voedsel conserveren is en kunt hier voorbeelden van noemen
  • Je weet hoe en waarom voedsel kan bederven
  • Je weet wat voedsel hygiëne is en hier tips voor geven
  • Je weet wat kruisbesmetting is







Slide 20 - Tekstslide

2.4 Voedselverwerking

Slide 21 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij voedselverwerking

Slide 22 - Woordweb

Samengestelde producten
= Voedingsmiddelen die samengesteld zijn uit verschillende grondstoffen
Grondstoffen = ingrediënten

Je lichaam haalt energie uit het voedsel dat je eet of drinkt

Slide 23 - Tekstslide

Thema 2, bs 4 (= 2.4)
                                      Blz. 57



                                      Opdracht 23 

Slide 24 - Tekstslide

Besmetting voorkomen
Voedsel wat besmet is met bacteriën en schimmels kan bederven als je het te lang bewaard.
Bedorven voedsel herken je aan smaak, kleur en geur
De houdbaarheidsdatum is de datum tot wanneer je een voedingsmiddel kunt bewaren
Vooral dierlijke voedingsmiddelen bederven snel


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Kijkersvragen
Schrijf de volgende 2 vragen in je schrift en beantwoordt ze tijdens het kijken naar het filmpje.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Voedselhygiëne 
= op een schone manier met je voedsel en keukenmateriaal omgaan.

Slide 29 - Tekstslide

Kruisbesmetting
= Bij de bereiding van voedsel bacteriën overbrengen van het ene voedingsmiddel op het andere.

  • Gevaarlijk voor voedingsmiddelen die je rauw eet.
  • Gebruik voor vlees, vis en kip ander keukenmateriaal dan voor groenten.
  • Leg rauw en klaargemaakt voedsel nooit bij elkaar.


Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Maken:  Thema 2, bs 4 (= 2.4)
                     Opdracht 23 - 24 - 25
                     Flitskaarten en test jezelf
           
Alles af?
 - maak de begrippenlijst van basisstof 1 t/m 4
- maak een samenvatting of leervragen over bs 2.4
 - maak opdracht 1 t/m 4 van het opdrachtenboekje

Slide 33 - Tekstslide